Fragment
De eieren komen uit
Rond drie uur 's nachts worden Toekie en Miezemuis wakker gemaakt door Bink.
"Kom snel, we gaan naar het strand, de eieren van de schildpadden komen uit", fluistert hij, " dat is prachtig om te zien met deze volle maan."
In het heldere maanlicht komt Miezemuis overeind en pakt het mandje mee, je weet maar nooit.
"Kun je vliegen met dit maanlicht Toekie?", vraagt Bink aan de toekan.
"Ja dat lukt wel", antwoordt Toekie.
"Vlieg in die richting tot je een V vormige rots ziet en wacht daar op mij", zegt Bink en wijst de richting van het strand, "tot zo."
Bink galoppeert weg en Toekie vliegt met Miezemuis op zijn rug in de aangewezen richting. Bink is snel zien de vriendjes, maar toch zijn zij er sneller en wachten op het strand op het paard.
Het duurt dan ook maar even en dan is Bink er al.
Hij wenkt de vriendjes naar een plek op het strand.
Er is een soort kleine kuil in de grond maar er gebeurt nog niet veel.
"Blijf goed kijken, het kan elk moment beginnen", fluistert Bink, hij wil de kleine schildpadjes niet bang maken.
Echt maar een paar seconden later begint er iets te bewegen in het zand, een kopje komt boven het zand en daarna een kopje met een stuk eierschaal eraan.
Het is een klein schildpadje welk zich uit een ei wurmt.
"Aaah, wat lief", fluistert Miezemuis.
Het kleine schildpadje is een minuut later uit zijn ei en kruipt naar de zee.
Ondertussen wurmen er nog twee schildpadjes uit hun ei, en nog een, en nog een, het worden er steeds meer.
"Wauw, wat mooi zeg", fluister Toekie nu.
Er zijn al tien schildpadjes uit hun ei en deze kruipen langzaam naar de zee, het is een heel eind voor hun, de eerste is nog niet bij zee.
"Ik kijk hier heel vaak naar, ik bescherm ze ook tegen de vogels en de kleine roofdieren, die eten de kleine schildpadjes anders op", fluistert Bink, "mijn goede daad voor de dieren." "Goed van je", fluistert Toekie een compliment naar Bink.
Het is prachtig om te zien hoe alle schildpadjes uit hun ei komen en naar zee toe kruipen, een heel lang spoor al is het nu.
Bink loopt af en toe naar het water om te kijken of er geen rovers zijn.
"Weet je wie er nu in het water op let?", fluistert Bink weer, "jullie vriend Flippie, onze gezamenlijke vriend dus.
Wij zijn de schildpadwacht als de eieren uitkomen.
Ook onder water zijn er rovers en Flippie verzamelt de kleine dieren en brengt ze samen met andere dolfijnen naar een veilige plek waar de schildpadjes kunnen opgroeien."
Toekie en Miezemuis kijken trots naar Bink en daarna naar het water, trots op hun vriend Flippie!
De laatste schildpadjes zijn bijna uit hun eieren.
Als die eruit zijn sjokken de vriendjes achter de schildpadjes aan naar de zee, maar Toekie rent ineens weer terug, er komt toch nog een laatste schildpad jonkie uit een ei.
Toekie pakt de laatste heel voorzichtig in zijn snavel en neemt hem mee naar de zee.
Twee kleine glinsterende oogjes kijken hem aan, met een blik die Toekie nooit zal vergeten, de dankbare blik van dit schildpadje.
Onder het ei zat namelijk een zand diertje te knagen aan zijn ei
Net op tijd was het schildpadje uit zijn ei, gelukkig maar dat Toekie hem zag en oppakte.
Het schildpadje denkt, hoe klein hij ook is, 'jou ga ik later nog eens bedanken'.
Vlak achter het laatste schildpadje, welk naar de zee toe kruipt, zet hij het kleintje neer.
Het diertje wacht even, kijkt naar Toekie, en kruipt weer verder naar zee.
Voorzichtig en langzaam kruipen de laatste schildpadjes in zee, wat een prachtig gezicht is het.
In de zee zien ze de sprong van een dolfijn, het is Flippie!
Toekie en Miezemuis zwaaien een keer en weg is de dolfijn.
Als het laatste schildpadje in het water verdwenen is zegt Toekie tegen zichzelf: "ik noem hem Padje met een grote P."
Tevreden lopen de drie dieren verder het strand op en gaan even zitten bij een palmboom. Miezemuis kijkt even in het mandje en haalt er een fles vruchtensap en drie kommetjes uit.
"Willen jullie iets drinken", vraagt hij.
Bink kijkt verbaasd van Miezemuis naar het mandje en weer terug.
"Ja lekker", antwoordt Toekie die er niet meer van opkijkt dat er iets uit het magische mandje komt.
"Kan dag mandje toveren?", vraagt Bink ongelovig terwijl hij een kommetje vruchtensap aanpakt.
"Soort van toveren ja, er zit altijd iets handigs in als je het dekseltje opendoe. Het geeft je altijd iets wat je goed kunt gebruiken", antwoordt Miezemuis op de vraag van Bink.
"Merkwaardig", hinnikt Bink terwijl hij zijn vruchtensap opdrinkt, "zit er nog meer in?"
Miezemuis doet de deksel nog eens open en haalt er haverkoeken uit.
"Haverkoeken, lust je dat ook Bink", vraagt Miezemuis.
"Mjammie, daar ben ik gek op", smakt het paard terwijl hij gauw een haverkoek aanpakt en in zijn mond stopt, "heerlijk, dat mandje is echt handig."
Toekie en Miezemuis lachen om het smakkende paard, hij heeft wel humor vinden ze allebei.
En zo worden alle haverkoeken opgegeten, de meeste door Bink natuurlijk maar dat is niet erg.
Met een volle buik proberen de drie dieren daarna nog wat te slapen voor de zon op komt.
De eerste zonnestralen komen net boven de zee uit terwijl de drie dieren al wakker op het strand zitten. "De zonsopkomst is te mooi om nu te missen na zo'n speciale nacht", fluisterde Bink terwijl hij de vriendjes wakker maakte een aantal minuten geleden.
Rode zonnestralen schijnen vanaf een nog rode zon over het water en weerkaatsen op de golfjes.
Al snel worden de stralen meer goud van kleur en de zon geel.
Binnen een paar minuten staat de zon al iets boven het water.
"Die heb ik snel gehengeld hè", zegt Bink opeens en wijst naar de zon.
Toekie en Miezemuis moeten heel hard lachen om de opmerking van het paard, gekke knol!
Een vrolijk begin van de morgen is het zo.
"Wat gaan we doen vandaag", vraagt Bink met een lach op zijn gezicht, "haverkoeken eten?"
Weer moeten de vriendjes hard lachen om de opmerking van Bink.
Miezemuis besluit maar weer in het mandje te kijken en zegt: "Het klopt, haverkoeken als ontbijt", en houdt de koeken in de lucht.
Hij geeft er twee aan Bink, Toekie en Miezemuis nemen er één, dat is wel genoeg voor de vriendjes als ontbijt.
"Dank je wel mandje", zegt Bink met een vrolijke stem en smult van zijn koeken.
Ook Toekie en Miezemuis genieten van hun ontbijt en kijken rustig over de zee.
In de verte springen een aantal dolfijnen door de lucht en er vliegen hier en daar een paar vogels.
Aan de rand van het water ontdekken ze wat krabbetjes op zoek naar wat eten in het zand. Het is nog erg rustig op het strand.
Totdat Toekie overeind springt en naar het water rent: "Padje, kijk uit!"
×