Samenvatting
In iedere eeuw is er minstens één generatie die zichzelf
verheft tot the hinge of history en zich zodoende een
historische sleutelpositie toeschrijft. We moeten dus
voorzichtig zijn met de eigen generatie zo'n bijzondere historische rol toe te kennen. Toch, meent Arthur Koestler in 1970, zijn er goede redenen om aan te nemen dat de mensheid thans een crisis doormaakt die zonder precedent is, zowel wat de aard als wat de dimensies ervan betreft.
Hij doelde daarmee op de verstoring van het ecologisch evenwicht in de wereld in samenhang met de explosieve groei van de wereldbevolking, van informatie en
communicatie, van technologie en menselijk destructief vermogen. Dit geldt onverminderd voor de nieuwe
ontwikkelingsfase van de moderniteit die na het einde van de Koude Oorlog aanbreekt en in dit boek centraal staat. Met de Duitse cultuurfilosoof Günther Anders is Prof. Couwenberg geneigd deze tijd te markeren als een eindtijd, dat wil zeggen een tijd waarin het leven van de menselijke soort op het spel staat, de techniek subject van de
geschiedenis lijkt te worden en de mens als historische
actor voorbijgestreefd dreigt te raken. Er groeit zodoende een onoverbrugbare kloof tussen het technische vermogen van de moderne mensheid en haar vermogen de
consequenties en gevaren voor te stellen en te beheersen van wat zij in technisch opzicht voortbrengt.