Samenvatting
Hoe is de zogeheten Engelse ziekte in onze Nederlandse taal geslopen?
Wat is de ideale lengte van een korte communicatielijn?
Hoe houd je het vol om twee keer vijftien minuten in de sauna te blijven zitten?
Waarom zou een bedrijf op zoek zijn naar een uitbundige politieman?
Waarom zijn mensen die ‘Op ieder potje past een dekseltje’ zeggen zo irritant?
Hoe zou het zijn om bij Mart Smeets in De Avondetappe aan te schuiven?
En waarom is het zo fijn om in de ‘korte benen’ te fietsen?
Het antwoord op deze en vele andere prangende vragen vind je in deze verhalenbundel van Jean van Pol. Met zijn scherp observerende blik laat hij zijn licht schijnen over dingen van alledag.
De ene keer gaat het over wielrennen – zijn grote hobby – de andere keer haalt hij herinneringen op aan zijn vroegere leven als vrijgezel. Soms luchtig, dan weer serieus. Soms prikkelend, dan weer beschouwend. Maar altijd met zijn geheel eigen kijk op de wereld.
Jean van Pol (1965) is tekstschrijver en freelance journalist. Sommige columns in deze verhalenbundel zijn eerder gepubliceerd op www.jeanvanpol-teksten.nl. Veel andere verhalen zijn speciaal voor deze uitgave geschreven.