Samenvatting
Steeds meer schoolteams gaan heel bewust vorm geven aan het onderwijs aan begaafde leerlingen. Net als bij alle andere pedagogisch-didactische vraagstukken komen verschillende dilemma's in zo'n proces bovendrijven. Soms lijken er daarbij meer vragen dan antwoorden te zijn. Sommige vragen zijn eenvoudig af te tikken, andere kunnen een ethisch dilemma zichtbaar maken. In alle gevallen is het vertrekpunt de opvatting van het team over 'goed onderwijs'. Is dat onderwijs ook goed voor de begaafde leerlingen? Welk perspectief op begaafdheid heeft het team? Alle kinderen hebben gaven, maar toch zijn niet alle leerlingen begaafd. Hoe kan begaafd zijn zich vertalen in educatieve behoeften? Hoe zorgen we ervoor dat we die educatieve behoeften op vijf domeinen blijven formuleren: cognitief, schoolse vaardigheden, interpersoonlijk, intrapersoonlijk en motorisch? En als je dan gaat inspelen op die behoeften, waar moet je dan rekening mee houden? Wat zijn bijvoorbeeld de grootste valkuilen als je aanpassingen in de leerstof gaat verzorgen? Als je uitgaat van de inclusieve gedachte, betekent dit dan ook dat de plusklas uit den boze is of kun je die vraag alleen vanuit een bredere context beantwoorden? En wie en wat bepaalt welke leerling mag deelnemen aan zo'n alternatief onderwijsarrangement? Deze TIBtool van expert Eleonoor van Gerven zet aandachtspunten voor goed onderwijs voor begaafde leerlingen in het spotlicht en helpt je om met je team je eigen plan te trekken. Eleonoor van Gerven is pedagoog en gespecialiseerd in het opleiden van leerkrachten en het begeleiden van scholen bij het onderwijs aan begaafde leerlingen. Zij heeft een opleidingsinstituut Slim! Educatief en is ontwikkelaar van de Post-HBO registeropleiding Specialist Begaafdheid SE/ZOO® en van de Post-HBO registeropleiding Specialist Begaafd & Speciaal (over leerlingen met een dubbele diagnose).