Samenvatting
De meeste veranderaanpakken gaan uit van een benadering waarin een (externe) deskundige vertelt wat er moet gebeuren. Het nadeel hierbij is dat de betrokkenen om wie het gaat passief zijn en dat er niet wordt aangesloten bij hun context. In ‘De interne veranderaar’ worden deze patronen doorbroken. Mensen mee zien te krijgen, gaat niet zozeer over informeren en overtuigen maar vooral over begrijpen, luisteren, vragen stellen en confronteren. De interne veranderaar leert in dit boek te interveniëren in de vele voorstellingen die het eigen organisatietheater rijk is. Hij maakt onderscheid tussen de bovenstroomse schone schijn en de onderstroom waar de echte opvattingen zich laten horen. Het interventiemodel bevat vier rollen met bijbehorende competenties en effectieve interventiemethoden. Als toeschouwer observeert hij wat er speelt. In de coachrol laat hij de spelers reflecteren op hun eigen spel. De tegendraadse prikkelende vragen, paradoxen en confrontaties die hij als nar plaatst, leiden tot het bespreekbaar maken van de werkelijkheid. Als concretiseerder laat hij zich niet misleiden door mooie woorden en intenties van de spelers en verbindt hij mensen aan de organisatieambities.