Samenvatting
De lettré en biograaf Rob Molin (1947) stelt zich een speelveld
voor met daarop talloze schrijvers, dichters en essayisten. Dit ligt
terzijde van een vulkaan in het uitgestrekte schaduwgebied van de
Nederlandse literatuur. Enkele figuren uit heden en recent verleden
trekken zijn aandacht vanwege hun eigenzinnigheid. Zijn favoriete
schrijvers en dichters corrigeren de heersende mode, geven er een
persoonlijke invulling aan of bouwen een eigen universum.
Hoe staat de dichter Frans Budé in de door Gerrit Kouwenaar
ontketende traditie van de autonomisten? Welke eigenheid zit er in de
bewondering van Fred Batten voor E. du Perron? Zijn Adriaan Morriën
en Huug Kaleis geniale exegeten van de kritische principes van het
tot op heden doorwerkend literaire gedachtegoed van het tijdschrift
Forum (1931-1935)?
Molins interesse in dichters als Emma Crebolder en Leo Herberghs
getuigt van zijn persoonlijke smaak en zijn belangstelling voor ooit
veelgelezen auteurs als Bertus Aafjes en Hubert Lampo. Bindend
element bij de hoofdfiguren in Terzijde van de vulkaan is de intense
beleving van het menselijk bestaan. Niet onbesproken blijven dan ook
liefde, erotiek en het grote conflict dat oorlog heet.