Samenvatting
Hillie Kuipers ontdekte bij haar eerste bezoek aan het Griekse eiland Samos, dat ze levensechte visioenen kreeg van het eiland en de tempel van Hera. Het bracht haar in verwarring en ze durfde er eerst met niemand over te praten. Toen bleek dat haar visioenen klopten met hoe het er vroeger uitzag, begon ze er langzamerhand meer en meer in te geloven. Langzamerhand merkte ze dat het leven van toen, als Kèlenòh, hogepriesteres van de tempel van Hera en haar leven van nu met elkaar verbonden waren. Het gaf haar meer inzicht in haar huidige leven. Haar gevoel van angst voor macht, het niet oordelen over mensen, haar gevoel dat ze niet gehoord en gezien werd en ook haar angst voor agressie, werden steeds duidelijker voor haar. Kèlenòh had macht, ze gebruikte deze, vooral met haar verstand omdat ze anders de verantwoording niet aan kon. Ze ging daardoor boven de mensen staan, minachtte hen, deelde orders uit en werd gauw kwaad op het agressieve af. De aversie die Hillie in het begin voor Kèlenòh voelde verdween langzaam. Dat veranderde in respect voor haar. Zij was in alles zichzelf en bleef dat tot haar einde toe. Van Hillie Kuipers verscheen in 2008 het boek Kèlenòh, waarin zij het verhaal van de hogepriesteres vertelt. In de prachtige spirituele autobiografie Terug naar Samos is te lezen hoe de levens van Hillie en Kèlenòh verweven zijn.