Samenvatting
In het najaar van 2021 begon de auteur aan een meditatief schrijfexperiment. Hij ging ‘s ochtends zonder enig plan aan zijn bureau zitten, wachtte op de flarden van gedachten en beelden die in zijn bewustzijn verschenen, en werkte die vervolgens uit tot een samenhangende, aan God gerichte tekst. Zo ontstond elke dag een nieuw gebed, een nieuwe overdenking, of een nieuwe beschrijving van een oude herinnering. Deze bundel bevat een selectie van de verzameling korte schrijfsels die in het tijdsbestek van twee maanden ontstond. Van de Goor schrijft in het eerste gebed: ‘ik geloof dat U de bron van alles bent, en dat alle dingen, alle planten en dieren, en alle mensen uit U zijn voortgekomen. Ook ik ben uit U voortgekomen, maar ik ben U gaandeweg kwijtgeraakt. Nu verlang ik naar een vernieuwing van Uw nabijheid. Daarom wandel ik over deze weg: de weg terug naar U, God.’