Fragment
Aan de westkant van het grasveld ligt de dorpsbakkerij, die ooit is gebouwd als één van de eerste bedrijfsruimtes in het dorp. Achter de goed onderhouden gevel gaan een gemoedelijke bakkerswinkel en een moderne bakkerij schuil.
Uit de deur van het woonhuis, dat achter en boven de bakkerij ligt, komen Gea de Liefde en Patrick Bakker gelopen. Hun kleren dragen de sporen van het schilderen na een grondige verbouwing Ze lopen hand in hand en met het zonnetje in de rug over het grasveld naar het terras.
Halverwege slaat Patrick zijn arm om het middel van zijn geliefde Gea en trekt haar liefdevol naar zich toe. Ze staan te zoenen tussen de zacht ruisende bomen. Na een paar minuten maken ze zich woordeloos los uit de innige omarming en lopen ze het zonnige terras op onder een klaterend applaus van een paar tafels vol met dagjesmensen. Het tweetal is zich totaal niet bewust van de oordelende blikken van een ander gezelschap op het terras.
‘Puberaal, alsof ze net verliefd zijn. Op zo’n leeftijd heb je je een beetje te gedragen.’ Met hooghartige air ventileert Jasperina, de voorzitster van de vrouwenclub, haar mening over het tweetal.
‘Je bent gewoon jaloers,’ meent haar buurvrouw. ‘Dat jouw man nauwelijks thuis is en nooit tijd voor je heeft is niet de standaard voor het liefdesleven van anderen, kan ik je vertellen. Ik vind het mooi zoals die twee doen.' Ze voegt er trots aan toe: 'Mijn man en ik hebben soms ook nog dat soort momenten.’
Andere dames in het gezelschap knikken bevestigend. ‘Zoals gebruikelijk ben je weer een beetje snel met je oordeel, Jas. Gun die mensen die heerlijke liefde toch!’
Een vernietigende blik is het enige antwoord dat Jasperina kan bedenken.
Verderop zit Swami Hari Uwaharananda, in zijn paspoort bekend als Henk Ouderkerk, te genieten van het verliefde stel. Hari heeft in het dorp zijn ashram, een spirituele ontmoetingsplaats en leefgemeenschap, gevestigd. Af en toe maakt hij een uitstapje om op het terras het geroezemoes en de vrolijke energie van alle mensen te ervaren. Hij houdt van het dorp, van haar bewoners en van iedereen.
Hij nipt van zijn glaasje bronwater en dipt nog een nacho in de salsa. Met zijn gezicht in de zon zakt hij licht achterover. Gedachten komen en hij laat ze net zo makkelijk weer gaan. In de wetenschap dat geen idee of gedachte hem echt kan raken, wordt zijn geest leger. Hij baadt in de ontspannen sfeer die er heerst.
Gea en Patrick ploffen neer op de loungebanken. ‘Heerlijk dat het klaar is! Morgen komen onze spulletjes en kunnen we hier echt in het dorp wonen! Klaar met het kampje, weer terug naar een echt huis!’ Gea is intens gelukkig.
Ze hebben een paar maanden geleden de stad verlaten en de bakkerij met woonhuis in het dorp gekocht. De oude bakker wil nu eindelijk wel eens met pensioen en heeft geen opvolgers. Het is altijd een droom van Patrick geweest om in de rust van een dorp een bakkerijtje te runnen. Niet voor de winst, maar voor de lol. En om zijn achternaam eer aan te doen natuurlijk. Dat kunnen ze zich nu veroorloven.
Gea wilde altijd al de stad uit naar de vrije ruimte en hier in het dorp hebben ze dat gevonden. Ze was verkocht toen ze de uitgestrekte weilanden achter de bakkerij zag. Het zicht daarop vanuit hun woning is grandioos. Ze hebben daardoor ook veel licht in huis, iets dat hoog op de prioriteitenlijst stond.
Ze ervaart de mensen in het dorp als heel vriendelijk en open. Eerlijk gezegd zit er meer leven in het dorp dan ze had verwacht. Zou dat komen door de import in de Goudkust? Zo heet de laatste uitbreiding in het dorp. Die is jaren geleden als nieuwe wijk aan het dorp toegevoegd en heeft een serie vermogende burgers uit de stad naar het dorp getrokken. Een vrouwenclub, zoals een paar tafels verderop zit, hoort daar bij. Gea rilt bij de gedachte er ooit voor uitgenodigd te worden.
Jeffrey is de opperkelner van het restaurant. In de rangorde van het personeel heeft hij de bediening van de dorpsbewoners voor zichzelf gereserveerd. Hij wil graag met hen een praatje maken en het nieuws en de roddels als eerste kunnen uitwisselen.
‘Het vaste recept maar weer?’ vraagt hij aan Patrick en Gea, terwijl hij de order voor een witbiertje van de tap en een Sauvignon Blanc plus glas water al intikt op de handcomputer.
‘Jazeker!’ zegt Patrick en reikt naar de hand van Gea. Hij voelt zich meer dan op zijn gemak en de ontspanning straalt van zijn gezicht. Patrick Bakker is met naam en faam bekend als strafpleiter en menig vooraanstaande Nederlander is naar zijn kantoor gekomen voor juridische hulp. Hij heeft een half jaar geleden zorgvuldig zijn actieve rol in de advocatenpraktijk afgebouwd. Zijn compagnons zijn er langzaam van overtuigd geraakt dat het echt geen probleem is als hij vertrekt. In geval van nood is hij beschikbaar om te helpen. Daarom blijft hij, voorlopig althans, in naam verbonden aan het kantoor.
Sinds de overname van de bakkerij is Patrick door de fysieke inspanningen als bakker en klusser flink afgevallen. Hij rekt tevreden zijn lijf nog eens uit, terwijl de zon op zijn gezicht speelt.
Gea is hoogleraar biologie, specialisatie botanica, in ruste. Zij heeft een jaar geleden haar leerstoel bij de faculteit overgedragen aan haar rechterhand. Toen Patrick begon te praten over ‘kalmer aan doen’ en ‘een bakkerijtje in een dorpje ver weg’ is ook zij gaan nadenken over haar toekomst. Uiteindelijk, zoals wel vaker, is ze in het besluitproces sneller geweest dan Patrick.
En nu is het zover. Ze hebben samen met een aannemer het woongedeelte van het pand helemaal verbouwd, gestuukt, geschilderd en van alle gemakken voorzien. De keuken en het sanitair zijn volledig vernieuwd, kamers zijn opengebroken en samengetrokken, kortom: het gebruikelijke werk aan een pand dat al veertig jaar geen opknapbeurt meer heeft gehad. Nu kan alles uit de opslag worden gehaald en het huis worden ingericht. Hun tijdelijk verblijf in het nabijgelegen bungalowpark is bijna over.
Terwijl Jeffrey weer wegloopt kijken Patrick en Gea over het terras. Het zit bijna vol en het bier vloeit rijkelijk. Velen hebben vandaag een zonnebad aan het strandje bij de bosvijver de voorkeur gegeven boven de relatieve verkoeling van een schaduwrijke boswandeling.
‘Nou, nou, die heeft haast!’ Patrick ontwaart in de verte een stofwolk achter de dikke Volvo die het dorp in dendert.
‘Dat is Leo! Zou er wat aan de hand zijn?’ Gea kijkt haar man vragend aan. Patrick en Leo kennen elkaar van het studentendispuut waar ze allebei lid van zijn. Leo is notaris in de stad en woont ook in Hoogeinde. Patrick trekt zijn schouders op. ‘Geen idee, ik heb Leo al een poosje niet meer gesproken. Hij lijkt druk met van alles en nog wat’.
Aan tafel bij de vrouwenclub zit de ex van de notaris, Madeline Richter, achter een volle bel rosé. Ze ziet eruit alsof ze als cosmetica consulent op pad is geweest. In werkelijkheid heeft ze net de deuren van haar galerie ‘Mad’ achter zich dichtgetrokken. Ze zit met haar gezicht naar de zon alsof er nog een paar tinten bruin moeten worden gescoord. De vele lagen make-up verhinderen dat echter zeer effectief. Achter de te grote zonnebril staan haar ogen mat en vermoeid.
Madeline heeft haar gloriedagen gekend als de society dame in de stad en later als de grand dame hier in het dorp. Niet zozeer door eigen verdienste, maar door de arm van de succesvolle notaris vast te houden. Ze was en is een liefhebber van twee zaken: kunst en geld. Niet noodzakelijkerwijs in die volgorde. Tijdens haar huwelijk met Leo heeft ze dankbaar gebruikt gemaakt van de ‘wees mooi als het nodig is en val me verder niet lastig’ credit card, die hij haar gaf. Daarnaast heeft hij geïnvesteerd in een ‘galerietje’ zoals hij dat meesmuilend kon betitelen. Het gaf haar in ieder geval iets omhanden.
Tot er een kink in de echtelijke kabel kwam, hetgeen uiteindelijk tot een knetterende scheiding heeft geleid. De galerie mocht ze houden; de credit card niet. Ze nam intrek in de galerie en moet nu van die inkomsten leven. Niet makkelijk en eigenlijk onmogelijk. Als een expositie niet lekker loopt is het helemaal een drama. Die rosé betaalt zich niet zelf. De wijn helpt wel, en de laatste tijd steeds vaker, om het ongemakkelijke gevoel van een ‘gemist’ leven weg te drukken. Ze heft het glas naar de andere vrouwen. ‘Proost ladies, op eh…. Ik weet niet waarop, maar proost!’. Ze klokt de wijn in bijna één teug weg en ziet de Volvo met Leo erin het dorp binnenstuiven. ‘Hij leert het ook nooit. Vast weer te lang blijven hangen op kantoor of waar dan ook en nu te laat thuis. Net als vroeger.’
Het onderwerp van deze beschouwingen, notaris Leo van der Stelle, weet ook niet waarom hij veel te snel het dorp binnenrijdt. Hij scheldt vaak genoeg op toeristen die te hard door de dorpsstraat racen. Voor de zoveelste keer werpt hij een blik op de telefoon in de houder naast hem om te zien of er een bericht is binnengekomen. Nu staat er eindelijk tekst. De inhoud is niet wat Leo verwacht. Het bericht luidt “Gemeenteraad schort haar beslissing op tot het definitieve rapport over de milieueffecten klaar is. Dit schiet niet op!”. Leo krijgt een figuurlijke beroerte als hij dit leest en geeft onwillekeurig gas. In deze seconde let hij even niet op de weg. Op het laatste moment kan hij nog net de hem tegemoet komende fietser ontwijken.
Boswachter Barend de Vegt zwaait de scepter over de bosgebieden rond Hoogeinde. Slingerend met de fiets weet hij nog net overeind te blijven. Potverdomme Leo, kalm aan!, denkt hij en stapt hevig geschrokken af om op adem te komen. Hij kijkt Leo na, die de auto met een grote boog richting diens huis aan de Boslaan stuurt. Waar komt die vandaan? Die komt niet uit de stad!
Vanaf het terras kijken meerdere mensen naar het bijna ongeluk.
Patrick schudt zijn hoofd. ‘Die Barend heeft mazzel. Hij zal zich rot geschrokken zijn! Wat raar, Leo rijdt normaal altijd heel rustig. Waar gaat Barend heen, trouwens? Hij mag nu toch klaar zijn met werken?’
Gea weet het antwoord omdat ze regelmatig met Barend een praatje maakt. ‘Hij checkt elke avond of er op de picknickplekken in het bos geen troep is achtergebleven. Het hoort bij zijn taak om de natuur schoon en netjes te houden, zegt hij.’
Ze proosten in de goudgele avondzon op hun zegeningen. ‘Vanaf morgen drink ik in de week geen alcohol meer,’ probeert Gea nog te zeggen als verdediging van de geopende fles in de wijnkoeler.
‘Pas vanaf 65 gaan ze kijken of alcohol een probleem is,’ grijnst Patrick en neemt nog een ferme slok ‘en zover zijn we nog niet.’ Die zin gaat ten onder in de kristallen klank van de glazen.
Ergens bij een villa in de Goudkust trekt aannemer Berry de Reus de deur achter zich dicht en loopt via het knerpende grind van de oprijlaan naar de straat. Fluitend slaat hij rechtsaf richting de Boslaan. Zou je denken dat Berry op deze zomerdag van zijn werk komt, dan heb je het mis. Alhoewel….hij heeft net wel degelijk wat nazorg geleverd op een bouwprojectje, zoals hij dat altijd eufemistisch uitdrukt. In dit geval was het wat extra aandacht voor de echtgenote van een “Captain of Industry”. Haar man is nauwelijks thuis en laat regelmatig vrouw en huis verbouwen. Berry heeft onlangs nog het huis opgeknapt en aangezien de echtgenote zeker niet onaantrekkelijk is, vindt hij het geen punt om de scope van zijn services te verbreden.
Tijdens de ontspannen wandeling door de bosrijke wijk heeft hij niet in de gaten dat hier en daar wat vitrage beweegt in de villa’s waar hij langs loopt. In één van de huizen wordt een bericht getypt in een telefoon.
De meeste villa's en woningen in de Goudkust zijn door Berry's bedrijf gebouwd. Hij heeft samen met een project-ontwikkelaar destijds geknokt voor een aanpassing van het bestemmingsplan om een rand van het bos vrij te maken voor bebouwing. Toen dat lukte hebben ze veertig ruime percelen grond te koop aangeboden aan gefortuneerde geïnteresseerden. Die kwamen niet uit het dorp zelf; daar waren de mensen niet zo rijk.
In dat proces heeft hij Leo, als de notaris van het project, leren kennen. Dat leidde tot de huidige vriendschap. Aan de verkoop van de grond en aan de bouw van de huizen hebben Berry en Leo veel geld verdiend. Ze hebben op de Boslaan de villa’s naast elkaar gekocht.
Bij zijn eigen villa aangekomen loopt hij in een directe lijn van voordeur naar achterdeur en pikt en passant een fles wijn op. Dan loop hij door de tuin naar Leo waar hij luidruchtig aan de keukendeur rammelt.
‘Laten we het onnuttige maar weer met het aangename verenigen.’ zegt hij als Leo de deur van het slot heeft gedraaid en open doet. ‘Heb je wat te knabbelen bij deze goddelijke drank?’
‘Hi Ber, laten we in de tuin gaan zitten. Ik heb eigenlijk met Lydia afgesproken. Ik krijg haar echter niet te pakken. Als ze zich meldt, gooi ik je er uit. Vandaag gaat Lydia voor.’ Leo staart naar de telefoon in zijn handen met een gefronste blik.
‘Ze kan in ieder geval niet beweren dat ik niet gebeld heb.’ Hij slaat zijn arm om de schouder van zijn vriend en glimlacht. Hij ontspant altijd een beetje als Berry in de buurt is. Die heeft dat effect op mensen. Hij acteert alsof er nooit een probleem is en daardoor zijn mensen bij hem op hun gemak.
Leo scheurt een zak gezouten pinda’s open en hakt een blok oude kaas in grove stukken. “Plop!” De kurk komt met enig kabaal uit de fles Cabernet Sauvignon die Berry openmaakt. Hij ruikt aan de kurk om te weten of de wijn nog oké is. Met een geroutineerde handeling schenkt hij de twee glazen op de tuintafel meer dan halfvol.
‘Heb je mijn berichtje gezien Leo? Ons voorstel voor uitbreiding van de Goudkust is dus opgeschort en staat nu pas eind van de week op de agenda van de gemeenteraad. Dan horen we of we door kunnen gaan. Ik ben er nog steeds niet gerust op.’
×