Fragment
Terwijl hij de gang in liep kwam een lange statige vrouw in uniform hem tegemoet. Ze was knap en liep als een mannequin. Het klikken van haar hakjes galmde hard door de kille gang. Haar autoritaire ego staarde hem aan, dit was duidelijk een leidinggevende. Met haar kin vooruit zei ze: ‘Zo, wie ben jij, ben je de nieuwe?’
Shit, dacht Richard, heb ik weer. Voordat hij kon reageren pakte ze het koord van de toegangskaart die om zijn nek hing en trok hem naar zich toe. Een walm van zoete parfum pakte hem in. Terwijl ze de naam op de kaart las siste ze:
‘Zo, dit is een verrassing. Waar is je uniform?’
Richard stamelde: ‘Heb ik nog niet, ik werk nog achter.’
Hij gokte maar wat en hoopte dat ze daar genoegen mee zou nemen en hem verder met rust liet.
Dat was ze echter niet van plan en ze keek hem onderzoekend aan. Ze was lang, zeker een meter negentig, en keek enigszins op hem neer.
‘Ik ken jou Antonio Valini, je hebt al jaren een uniform en vanochtend zag je er nog heel anders uit.’
‘Ik denk dat u zich vergist mevrouw,’ stamelde Richard.
Hij begon te zweten, dit ging helemaal verkeerd.
De vrouw boog nog verder naar hem toe en zei op enkele centimeters van zijn gezicht, kalm en ijzig: ‘Nou, dat denk ik niet mijnheer.’
×