Samenvatting
Een noodzaak in het publieke debat Voortdurend in discussie, niet alleen met anderen maar ook met zichzelf, onderzoekt Achterhuis grote maatschappelijke vragen. We willen allemaal een betere wereld, maar is geweld gerechtvaardigd om die te realiseren, zoals in Syrië of Irak? We hebben ons onderwijssysteem gedemocratiseerd, maar brengt dat niet een nieuwe tweedeling tussen hoger en lager opgeleiden met zich mee? En we hebben onze gezondheidszorg geprofessionaliseerd, maar stemt het belang van al die zorgprofessionals wel overeen met dat van de patiënt? 'Tegendenken is wat Penelope iedere ochtend doet met haar weefsel: zij maakt ongedaan wat ze de vorige avond heeft voltooid. De behoefte om te denken kan nooit worden gestild door zogenaamd vast omschreven inzichten.' - Hans Achterhuis Begint niet ieder engagement met 'een mens die nee zegt'? Vanuit deze gedachte, afkomstig van Camus, neemt Hans Achterhuis de Occupy-beweging serieus. De betogers zeggen nee tegen de bonussen, nee tegen de toenemende maat - schappelijke ongelijkheid, nee tegen de hebzucht van de banken. Hun revolte is broodnodig, zegt Achterhuis, maar als het uitmondt in een revolutie - dat wil zeggen: in een utopisch ja-zeggen - dan brengt dat weer het gevaar van een nieuw totalitair denken met zich mee. Er moeten altijd 'tegendenkers' zijn, luizen in de pels van links en rechts. 'Van meer marktwerking worden wij niet gezonder en wordt de zorg niet goedkoper. Wist u dat in het oude China de arts levensadviezen gaf en dat hij betaald kreeg als de patiënt gezond bleef? Bij ons ontvangt de arts geen cent voor de gezondheid van de patiënt; hier draait de gezondheidszorg op zoveel mogelijk behandelingen.' - Hans Achterhuis