Fragment
Hij heeft al zijn bestek aan elkaar geknoopt om zo een lange stok te creëren. Vier vorken, vier messen en drie lepels zitten aan elkaar met plasticfolie. Die ene lepel had hij ‘s ochtends nog gebruikt voor zijn ontbijt, maar hij weigerde hem schoon te maken.
Het kunstwerk valt na een halve minuut uit elkaar. Zijn afwas wordt helaas verdubbeld.
Hij gooit met kussens en met zijn favoriete lieveheersbeestjes knuffel, ‘Meneer lief’.
Hij maakt een lus van zijn rode sjaal en probeert hem te vangen.
Hij hangt in zijn gifgroene gordijnen, en schommelt heen en weer in de richting van het briefje. Zijn arm gestrekt, zijn blik geconcentreerd.
Het mag niet baten.
Das is uitgeput.
En alsof het allemaal nog niet genoeg is vergeet hij ook nog eens waarom dat briefje zo belangrijk is...
×