Fragment
Driehonderdtweeëntachtig, driehonderddrieëntachtig, driehonderdvierentachtig…
We lopen op het strand. Voor de derde dag strand. De afgelopen dagen zagen we heel veel zand. Hard zand gelukkig, waardoor we goed door kunnen lopen. Af en toe ligt er een aangespoelde vis op het droge, wat voor de nodige afwisseling in het landschap zorgt. Omdat er verder niet heel veel te zien is, ben ik me maar op een andere manier aan het vermaken: stappen tellen. We hadden al wel gehoord dat de eerste weken het moeilijkst zijn. Enerzijds vanwege de fysieke inspanning van het dagelijks lopen en anderzijds vreet het lange lege strand je mentaal op. En dat klopt. Gelukkig zijn wij met z’n tweeën en kunnen we nog wat praten. Maar in dit landschap, waar de omgeving ons niet veel inspiratie geeft, hebben zelfs wij even geen gespreksonderwerpen meer.
×