Fragment
Doch de indianen die wij die ochtend ontmoetten hadden nog nimmer Europeanen gezien en waren vooral geschrokken op het gezicht van Versteeg met zijn baard. Ik kan me dan ook best voorstellen, dat de snode boodschap, die ons in een zo ongunstig daglicht stelde, op de
gemoederen van deze natuurmensen zeer verontrustend heeft gewerkt.
De indianen gevoelden zich bij ons nu echter spoedig geheel thuis; nabij onze veldtafel op een rijtje naast elkaar gezeten, observeerden ze al ons doen en laten, en waren zeer opgewekt en spraakzaam. We onthaalden hen op rijst en zout vlees, schonken een glaasje dram en waren met hen de beste vrienden.
×