Samenvatting
De voetballers van het Surinaams elftal hebben nog een lange weg te gaan naar het WK. Tussen wedstrijd en training door moeten ze bijvoorbeeld gebakken leguaan met uitjes klaarmaken. Hun geblesseerde knie in boskruiden verpakken. Of nog even op een neer naar Coronie om een lading bier af te leveren. Sinds Diederik (Didi) Samwel regelmatig in Suriname woont en werkt, is hij gefascineerd door de merkwaardige paradox tussen het volop aanwezige voetbaltalent en de matige prestaties op de internationale velden. Hoe verklaarbaar die tegenstelling ook is. Van het vertrek van de tienduizenden Surinamers rond de onafhankelijkheid in 1975 en in de onrustige jaren 80 tot de besloten gemeenschap waarin nieuwe ontwikkelingen nogal eens ten koste gaan van eigen belangen. Vooral ook op sportgebied, zoals sport wel vaker een zuivere afspiegeling vormt van sociaal-maatschappelijke verhoudingen. Samwel aarzelde dan ook geen moment toen hij de kans kreeg het Surinaams elftal van dichtbij te volgen tijdens de kwalificatiewedstrijden voor het WK in Zuid-Afrika. In Suriname en de lange weg naar het WK wordt snel duidelijk waarom natio zich niet wist te plaatsen voor het eindtoernooi. Tegelijkertijd laat de schrijver doorschemeren dat het ooit een keer goed komt met het Surinaams voetbal.