€ 16,95

ePUB ebook

niet beschikbaar

PDF ebook

niet beschikbaar

Sukkel

van schlemiel tot meester

Michel van den Berg • Boek • paperback

  • Samenvatting
    Tijn Touber, auteur ‘Spoedcursus Verlichting’:

    ‘Zijn nieuwsgierigheid en open geest brengen hem in de meest zotte situaties die hij prachtig weet te beschrijven in een geheel eigen stijl. En dat is knap, want welke beginnende auteur heeft meteen al een eigen stijl te pakken en weet de lezer steeds weer te verleiden om door te lezen? Nog een verhaaltje dan…’

    De schrijver vertelt over zijn zoektocht naar geluk, verlichting en zelfmeesterschap. Hoe hij met zijn onzekerheden en onhandige gedrag komische situaties beleeft.

    Levensverhalen van een oud-croupier die, na overspannen te zijn geraakt, zijn Ware Ik ontmoet in de kinderopvang.

    In het boek staan tevens simpele, praktische oefeningen die je voor kinderen – en jezelf – kunt toepassen voor meer ontspanning, zelfvertrouwen, kracht en balans.


    ‘Meesterlijk geschreven!’ - Silvia

    ‘Mijn man had nog nooit een boek gelezen. Door dit boek is hij volledig bekeerd.’ - Fiona

    ‘Michel raakt met zijn humor op mooie wijze de diepere betekenis van het leven.’ – Erwin

    ‘Het blijft toch je zoon....’ – Lenie (Michel’s moeder)

  • Productinformatie
    Binding : Paperback
    Distributievorm : Boek (print, druk)
    Formaat : 145mm x 210mm
    Aantal pagina's : 224
    Uitgeverij : Niet bekend
    ISBN : Niet bekend
    Datum publicatie : 04-2015
  • Inhoudsopgave
    niet beschikbaar
  • Reviews (0 uit 0 reviews)
    Wil je meer weten over hoe reviews worden verzameld? Lees onze uitleg hier.

€ 16,95

niet beschikbaar

niet beschikbaar



2-3 werkdagen
Veilig betalen Logo
14 dagen bedenktermijn
Delen 

Fragment

Hooligan

De supergespierde vader schat ik op ruim twee meter lang. Hij kijkt boos. Eigenlijk pislink. Ik hoor zijn zoontje denken: ‘Pak hem, pappa! Kijk wat hij je kind heeft aangedaan!’ De nachtportierachtige man voelt dit feilloos aan en staat nu pal voor mijn neus.

En de dag begon zo leuk. Het is schoolvakantie. Ik moet nog erg wennen aan het werken van hele dagen. En zeker met aantallen van rond de veertig tot vijftig kinderen is dat pittig. Maar vandaag is er een kleine club kinderen aanwezig. Alles is nog vrij nieuw, maar de klik die er is met de kids is zeer bijzonder. Het voelt vertrouwd en veilig. Ik kan en mag eindelijk mezelf zijn.

Dat voelt magisch.

Één van de activiteiten van vanmiddag is schminken. Na het ‘Spiderman-fiasco’ is dit absoluut niet mijn favoriete ding. ‘Het hoort er wel bij,’ zegt een lieftallige collega. Ik heb haar echter nog niet zien voetballen. Ze vraagt of ik alvast wil beginnen, want ze moet nog wat dingen regelen buiten de deur. Welja, laat me ook nog alleen achter. Ik zeg dat het prima is, maar zodra ze weg is, voel ik de spanning. Welkom onzekerheid.

De kinderen vingen het woord ‘schminken’ al op en pakken zelf de kwasten, water, het voorbeeldboekje en het verfpalet. Ze gaan nu al uit hun dak. Een jongetje wil als ADO-hooligan. Ene kant geel en de ander groen. Dit is bij navraag de meest eenvoudige klus dus mag hij als eerste. Ik vraag de jonge relschopper of hij na het schminken wel de tent heel wil laten. Geen rellen, vuurwerk of brandende fakkels. En ook de andere kinderen niet opjutten. Geen chaos en wanorde, maar een leuke, vriendelijke en beschaafde supporter. ‘Hup ADO! Scoor een punt. Hoera, hoera!’

Hij kijkt geïrriteerd, wil wel een echte hooligan zijn en is gewend als enig kind meestal zijn zin te krijgen. Zelf heb ik ook geen broers of zussen en ben vroeger verwend tot in het extreme. Het gezicht dat hij trekt, herken ik uit duizenden. Er is maar één optie: laten kiezen. ‘Of ik kies nu een ander kind, of gewoon een leuke supporter. Kies jij maar, maatje.’

Hij kiest optie twee.

We kunnen beginnen, maar de kleuren groen en geel zijn bijna op. In de knutselkast staat gelukkig nog schminkverf in flessen om op het palet aan te vullen. Het ventje gaat zitten op een stoel. Ik pak de grootste kwast en begin de ene kant van zijn gezicht geel te verven. Dat gaat lekker snel en makkelijk. Geen lastig gedoe zoals met vlinders, tijgers, leeuwen en noem het maar op. Na ongeveer een minuutje zegt de voetbalfanaat dat de verf stinkt. Een vorige keer was dat niet het geval, dat weet hij zeker. Ik zeg dat het waarschijnlijk komt omdat de verf nieuw is. Ik ben snipverkouden en ruik sowieso niets.

Inmiddels is de ene kant klaar en begin ik aan de andere zijde met groen. Het jochie vertelt dat zijn gezicht strak aanvoelt. Direct daarna komt er een meisje binnen die buiten aan het spelen was. Ze ziet de flessen verf en vraagt of ik dat gebruik voor het schminken.

Ze lacht wanneer ik ‘ja’ zeg. Of ik weer een grapje maak. De collega stapt nu ook binnen. Op haar gezicht verschijnen schrik en verwarring wanneer haar ogen vallen op de flessen verf. Nu is het wel duidelijk: het is echte verf. Voor op ramen, op knutsels of papier, maar niet voor gezichten.

De barsten op zijn gezicht worden goed zichtbaar wanneer hij zijn gelaat uitrekt. Ik voel ook meteen een barst, in mijn maagdarmkanaal. En een grote scheur zie ik, dwars door mijn contract. ‘Doei, meester! Het waren drie geweldige weken. En nu opzouten!’

De collega spoort aan de verf er zo snel mogelijk af te boenen, zijn vader komt hem namelijk zo ophalen. Het jochie schreeuwt: ‘Mijn vader is veel sterker dan jij! Wacht maar tot hij hier is!’ Nee, wachten is zeker geen optie nu. Ik pak een doekje en loop snel met het ventje naar de wasbak in het toilet. Maar het gaat er niet af.

Waarom heb ik het er ook zo dik opgesmeerd? Toch weer eens doorgeslagen in mijn enthousiasme.

Ik pak een schuursponsje en begin met de zachte kant te boenen. Het jochie heeft al geen hoop meer, hij weet zeker dat het er nooit meer afgaat. Misschien heeft hij gelijk, mij lukt het in ieder geval nog niet. Even twijfel ik om de schuurkant van het sponsje te gebruiken, maar ik geef die gedachte verder geen aandacht.

Tijd voor humor: ‘Je mag blij zijn dat ik geen wit met rood Ajax-gezicht heb gekleurd,’ lach ik. ‘Ik haat Ajax!’ Ja, dat wist ik al. De bel gaat van de voordeur. De woorden ‘verf’ en ‘ongelukje’ vallen na het opendoen. Het binkie zegt: ‘Ik ga alles vertellen wat je hebt gedaan. Lekker voor je!’
Alles?! Volgens mij is er behalve het schminkdrama verder niets aan de hand. Hij kijkt alsof hij van plan is dingen te verzinnen om me extra hard aan te pakken. Na een aantal incidenten met mannen en kinderen is dit verre van het juiste moment om dingen op te gaan blazen.

'Kindervriend M.M. valt keihard door mand na getuigenis beklad jochie'

Ik hoor de voetstappen van de vader in de gang. Zware voetstappen, rond maatje 49,5. Klinkt als zwarte, hoge kisten, klaar om besmeurd te worden met mijn bloed. De piepende deur opent langzaam. Het ventje weet dat er zo recht gesproken gaat worden, het oordeel zal snel zijn beslist en meteen gevolgd door een straf. De maximumstraf. Hij voelt de gerechtigheid al en straalt dat uit. Een paar druppels groen water stromen van zijn gezicht richting zijn hals.

Zijn vader staat in de deuropening. Wat is hij groot! Type ‘kijk me langer dan twee seconden aan en ik ram je gewoon voor de lol in elkaar’. Hij stapt naar zijn zoontje om het kunstwerk van dichtbij te bekijken. Met zijn vinger, vergelijkbaar met de grootte van het hele keelgebied van de knaap, veegt hij de druppels weg.

‘Heb jij dit gedaan?’ vraagt hij met een dominante toon. ‘Ja....,’ stamel ik. Hij kijkt nogmaals naar zijn zoon en weer naar mij, ademt een keer heel diep in en uit, en gaat vervolgens keihard lachen. Dan geeft hij me een high five.

‘Hilarisch! Wil je zeggen dat je echte verf hebt gebruikt!?’ Na de bevestiging lacht hij nog harder. Ik voel pijn wanneer voor de tweede keer mijn hand wordt geraakt. De ADO-fan en ik kijken elkaar verbaasd aan. ‘We halen het er thuis wel af, oké? We moeten echt weg nu.’ Geen discussie, zeker niet met hem. Ik kom weer eens goed weg, maar het jongetje kijkt verdrietig. Zo mag hij niet vertrekken.

‘Hey, vriend, zullen we morgen samen tegen de andere jongens voetballen en winnen met een nulletje of tien?’ Weg verdriet. Hij straalt weer, als de lichtmasten in een voetbalstadion. Alles is vergeven en vergeten.

Hoewel, vergeven wel zo te zien.

De volgende dag staan we oog in oog met zes bloedfanatieke voetballertjes. Een stoer ventje spuugt fel op de grond terwijl hij ons aankijkt. Twee anderen volgen hem. Al snel staan we achter met 3-8. Mijn teamgenoot kijkt me triest aan. Er zit nog een stipje groene verf bij zijn ooghoek. Dan pas besef ik dat ik hem heb beloofd om te winnen. Ik stem af op de frequentie ‘winnen’ en maak de meest harde en bizarre wedstrijd ooit mee. Eindstand: 10-8 voor ons. Uit volle borst zingen we: ‘We are the champions, my friend!’ ×
SERVICE
Contact
 
Vragen