Samenvatting
De ontdekking in 1492 van de nieuwe wereld op het westelijk halfrond door Christoffel Columbus (circa 1451-1506) luidde een periode in van verovering en kolonisatie door enkele Europese mogendheden die meerdere eeuwen zou duren. Grote aantallen Europeanen zouden zich in deze periode in de nieuw verworven gebieden vestigen, waarbij zij hun eigen cultuur en godsdienst meebrachten. De kolonisatie bracht tevens de invoering van andere rechtsstelsels met zich mee, veelal ontleend aan het recht van het land dat het gebied had veroverd. Maar het rechtsstelsel van het moederland werd zelden ongewijzigd in de koloniƫn overgenomen. De overzeese gebieden werden niet gezien als integrale delen van het moederland, waardoor de rechtsordes gescheiden konden blijven. Dat was onder meer van belang om slavernij, en daarmee een economie gebaseerd op grote plantages, mogelijk te maken. In dit boek wordt de receptie van Europese rechtsstelsels in de overzeese gebieden in de West beschreven.