Samenvatting
Haar hele leven is de moeder van Édouard Louis het slachtoffer van het geweld van mannen. Op haar negentiende heeft ze twee kinderen, geen opleiding en een man die ze is gaan haten. Hij komt elke nacht dronken thuis en valt haar steeds vaker aan. Ze vecht altijd terug, en na een paar jaar verlaat ze hem. Ze wordt verliefd op een nieuwe man, en een jaar later krijgen ze samen een zoon, Édouard. Heel even zijn ze gelukkig. Maar dan mag ze van haar nieuwe man niet meer werken, en mag ze geen make-up dragen, want dat is voor ‘sletten’. En ook hij komt steeds later thuis.
Édouard groeit op met het idee dat zijn moeder alles heeft opgegeven. Ze is nog jong, maar ze lijkt wel een schaduw. Hij droomt van een andere moeder. Een moeder die lacht, die straalt. Hij loopt weg van huis en gaat studeren in Parijs. De afstand tussen moeder en zoon wordt steeds groter, ze spreken elkaar niet meer. Dan, midden in een nacht, belt ze haar zoon. Ze vertelt hem dat ze haar man heeft verlaten, en een baan en een eigen appartement heeft gevonden. Als Édouard haar daarna in Parijs ontmoet herkent hij haar nauwelijks: ze maakt grapjes, ze lacht. Strijd en metamorfose van een vrouw is het verhaal van haar bevrijding – de bevrijding van een vrouw.