Fragment
Élégie (1944)
- Altviool
- Viool
- 2 Altviolen
Première: Library of Congress, Washington, D.C.; 26 januari 1945. Germain Prévost, altviool.
Dit stuk werd besteld door Germain Prévost, ter herinnering aan Alphonse Onnou; oprichter van het Pro Arte Quartet. Als altviolist maakte Prévost deel uit van dat kwartet. Veel te besteden had hij niet, maar dankzij bemiddeling van Nadia Boulanger ging Stravinsky overstag. Voor 100 dollar schreef hij de ongeveer 5½ minuut durende solo.
Het stuk bestaat uit drie naadloos in elkaar overlopende delen. De kop en de staart zijn gesneden uit treurwilgenhout, het middendeel is van meranti Bachianas; een suggestieve, tweestemmige fuga.
Gedurende de hele klaagzang zit de sourdine op het instrument.
Voor de speler is het geen haastklus, getuige het metronoomcijfer: ♪=56.
(Na de Sequenza VI is de Élégie een adequate tranquillizer.)
Op de viool ligt de partij een kwint hoger.
Het manuscript met de versie voor twee altviolen kampeert permanent in The Library of Congress te Washington. Daarbuiten is het duo nog niet in het wild gesignaleerd.
(….)
×