Samenvatting
In december 1703 strandt een bijzonder schip op het strand van West-Vlieland. De dorpelingen jutten de lading en vinden goud, zilver en diamanten. De inwoners van het langzaam in zee verdwijnende dorp kunnen de kostbaarheden goed gebruiken. De schout probeert de strandroof tevergeefs tegen te gaan.
In december 1704 komt een onderzoekscommissie van het Hof van Holland in Den Haag naar het eiland om uit te zoeken wie zich allemaal aan deze strandroof schuldig heeft gemaakt. De Haagse heren moeten door een muur van stilzwijgen en verhulling heen zien te breken want de waarheid komt niet vanzelf boven water.
Een bundel met tientallen verhoren van het Hof van Holland is bewaard gebleven. De stukken zijn in klad geschreven, snel neergepend tijdens de verhoren. Deze verslaglegging geeft de rechtstreekse ongezeefde werkelijkheid weer van West-Vlieland, een dorp in zijn nadagen. Met eronder gekrabbelde handtekeningen van dorpelingen en kruisjes van wie niet schrijven kon.
Deze verhoren geven niet alleen een uniek inzicht in de dorpssamenleving en de eilander verhoudingen. Langzaam maar zeker komt ook boven water hoe bijzonder het gestrande schip is, dat vlak bij het dorp vergaat, in de zwaarste storm van de achttiende eeuw.
Anne Doedens en Jan Houter reconstrueerden de gebeurtenissen van december 1703, tegen de achtergrond van ruim drie eeuwen historie van West-Vlieland. Met behulp van nog niet eerder gepubliceerde stukken en kaarten van het eiland, krijgt het door de zee verzwolgen dorp een gezicht, vanaf de middeleeuwen tot na de ondergang. Een zandvlakte, de Vliehors, is alles wat er nog rest.