Fragment
Voorzichtig opende ik het apothekerspotje en rook aan de zalf. De zachte geur van lavendel. Ik zag allemaal donkere puntjes in de zalf zitten, dat moest haast wel het mummiestof zijn. Van vroeger wist ik dat het mummiestof een geneesmiddel was tegen ernstige hoofdpijnen, vrouwenkwaaltjes, buikpijnen, zwangerschapsstriemen, (voedsel)vergiftiging, ouderdomskwalen en blaasproblemen. Bovendien was het goed om de weerstand te vergroten, zeker bij een stevige verkoudheid. Pas toen ik in betrekking was bij de aartsbisschop ontdekte ik dat mummiestof zalf bijzonder aangenaam voor de huid was. Het werkte veel beter dan uierzalf, dat ook nog eens onaangenaam rook. De heer van der Weteringen gebruikte de mummiestof zalf bijna iedere dag, waardoor hij een zachte en stralende gezichtshuid kreeg. ‘Schoonheid uit een potje,’ zo omschreef Johan het wondermiddel. En had ik van de weduwe Hortensia een potje mummiestof zalf gekregen. Helemaal alleen voor mij om op te maken.
Zuinig streek ik met het topje van mijn wijsvinger over de zalf. Ik voelde ruwe structuur van de zalf. Het mummiestof had wel iets wel van de fijne zandkorrels van het Scheveningse strand. Hoe bijzonder was de mumia vera aegyptiaca: zijdezacht en tegelijkertijd schuurde het een beetje op de huid. Ik voelde mij weer een beetje een dame worden. Meteen nam ik mij voor om zuinig te zijn met het gebruik van de mummiestof zalf. Misschien kon ik er dan wel een jaar meedoen. Aan de andere kant bestond de kans dat de zalf weinig effect had, als ik het te dun op mijn gezicht aanbracht. Hoewel ik geen enkele vorm van afgunst jegens de aartsbisschop ervoer, was zijn gladde en stralende gezichtshuid wel iets om kinnesinne op te worden. Voordat ik het goed en wel besefte doopte ik mijn wijsvinger in het apothekerspotje. Ik raakte met mijn nagel de bodem van het glazenpotje, maar dat was vreemd omdat de wijsvinger nog niet voor de helft in de zalf was gedompeld. Behoedzaam trok ik mijn vinger terug uit de zalf en zag hoe een oog mij aankeek. De levenloze blauwe pupil staarde omhoog. Ik slaakte een gil.
×