Samenvatting
Het eerste deel van Stof tot nadenken gaat over God en het tweede deel over de mens. In het derde deel vat Florence Nightinale (1820-1910) haar visie op de relatie tussen God en mens kort en bondig samen. Zij doet dit aan de hand van de vraag hoe het kwaad in de geschiedenis van de mensheid te rijmen is met een God die verondersteld wordt almachtig en goed te zijn. Nightingale zoekt de oplossing voor dit probleem in het karakter en de strekking van de wetten van God die alleen kunnen worden toegeschreven aan een God die almachtig en goed is. De almacht en de goedheid van God garanderen dat er voor de mens een toekomst is weggelegd die het verlangen naar wat moreel goed is bevredigt. Gods wetten vormen de middelen en de prikkel waarmee de onvolmaakte mens(heid) uiteindelijk het volmaakte geluk zal vinden. De vier deelvragen waar Nightingale antwoord op geeft zijn: - wat is het karakter en de strekking van de wetten van God? - wat is het moreel goede? - Wat zijn de middelen waarmee de mens goed kan zijn en kan doen wat goed is? - Hoe kan de mens het bewijs vinden dat wat is, ook goed is? Dit derde deel bevat tevens een bijbel-, een personen en een zakenregister.