Fragment
Stilte graag
Ik sla mijn kinderen (en heb geen spijt)
Laat ik maar meteen met de deur in huis vallen: ik sla mijn kinderen. Niet zomaar af en toe een corrigerende tik, een draai om de oren of een pak voor de broek, nee, ik deel echt klappen uit. Meestal met de vlakke hand, soms met mijn vuist en heel af en toe ook met een daarvoor uitgekozen hulpmiddel. En nu ik toch eerlijk ben: het is niet iets van de laatste tijd. Nee, ik sla mijn kinderen al jaren. Met mijn volle verstand en uit volle overtuiging. Want ik houd van mijn kinderen, wil alleen het beste voor hen en soms is dat nu eenmaal een stevig pak slaag.
Mijn kinderen heten Remco en Roselique en het zijn schatten van kinderen. Echte engeltjes, ik kan niet anders zeggen. Braaf, oppassend, welgemanierd, beleefd, voorkomend. Heel anders dan de meeste kinderen van tegenwoordig. De eer daarvoor komt mij toe. Mijn en mijn stevige, consequente opvoedmethoden.
Toen Remco twee jaar oud was, Roselique was nog niet geboren, ontdekte ik voor het eerste de kracht van een welgeplaatste klap. Hij was al de hele dag vervelend geweest. Druk, opstandig, jengelen, dreinen. Er viel geen land met hem te bezeilen en ik had het werkelijk helemaal gehad met zijn gedrag, was volkomen ten einde raad. Men noemt het in de boekjes en tijdschriften vergoelijkend ook wel de peuterpuberteit of nee-fase.
Het advies is daar een beetje begrip voor en geduld mee te hebben. Nou, dat had en heb ik niet. En dat wilde en wil ik ook niet. Ik eis rust en gehoorzaamheid. Niets meer, maar zeker ook niets minder.
×