Fragment
‘Ik weet niet wie, Carlijn,, maar hij of zij heeft goed de pik op je,’
constateerde Maarten meteen. ‘Kom, we slapen bij mij. Ik kijk er
morgen wel naar.’ Maarten trok Carlijn bij de deur weg en duwde
haar richting zijn auto. ‘Hier heb ik nu helemaal geen zin in,’
tierde hij door, en Carlijn liet zich meevoeren door Maartens
kwade razernij. Ze hield zich rustig om ”de bom” maar niet
helemaal te laten exploderen.
Ze reden enigszins gestresst naar Maartens appartement in een
rustige wijk, twee dorpen verderop. Hij uitte nog wat tirades omdat hij zich de avond anders had voorgesteld, en Carlijn probeerde
hem alleen maar te kalmeren. Ze gingen gelijk naar bed en Maarten begon weer over een eventuele aangifte. ‘Man, je kon wel van de politie zijn!!’ werd Carlijn ietwat kwaad over de zoveelste aanrader van haar “vriend”. ‘Ik ga maar slapen, eer ik iets verkeerds zeg,’ was Maartens oplossing, en hij draaide zich wat geïrriteerd in de dekens. ‘Ook welterusten!’ brieste Carlijn. En de eerste ruzie tussen hen was geboren.
De volgende morgen douchte Maarten vluchtig en Carlijn stapte
pas onder de waterstraal nadat ze Maarten de voordeur dicht had horen trekken. Ze was hier nog zelden geweest. En geslapen had ze er al helemaal nog niet. Ze was nog niet verder geweest dan de woonkamer. De keuken werd duidelijk bestierd door een man. In de koelkast waren bierblikjes, salamiworst met augurk, een halfje bruin en een stuk kaas te vinden.
Voor de rest leek het ding amper benut. De hygiëne was oké, daar hij verteld had dat zijn thuishulp iedere week twee maal kwam om de boel schoon en fris te houden. De inrichting was nogal studentikoos. Niet te veel aan de muur, en vooral geen frutseltjes. Iets waar Carlijn ook niet van hield. De paar schilderijen die er hingen waren strak en behoorden meer tot de vrije kunst. Je kon er alleen wat kleur en totaal geen echte vormen in ontdekken. De meubels en lampen waren ook zo strak als wat. En alles in zo licht mogelijke kleuren, doch rood scheen hem het meest te bevallen, daar die kleur opvallend veel terugkwam in veel details. Het leek een standaardoptrekje, voor een beginnend advocaat.
Het was allemaal meer voorspelbaar dan verrassend. Ze had ook niet veel anders verwacht, na zijn verhalen over zijn leventje hier.
De paar vrienden die hij had, waren keurig getrouwd, of uitbundig
vrijgezel. Zelf wist hij tot op de dag van vandaag niet bij welke
categorie hij zichzelf het meeste vond horen of hoe hij dit in de toekomst zag.
Het carrière- en machomannetje in dubio, leuk, dacht Carlijn, al
rondsnuffelend door het huis. Ze trok een lade in de keuken open
en warempel, hij was gevuld met schoon bestek, en notitiebriefjes.
×