Samenvatting
Lammert van der Horst was tegelijkertijd aan beide Amsterdamse universiteiten hoogleraar Psychiatrie en gaf leiding aan twee psychiatrische neurologische klinieken. Deze combinatie van functies deed niet alleen een beroep op zijn inzet en energie, maar vroeg ook een tactisch opereren in sterk verschillende organisaties. De Vrije Universiteit en de Valeriuskliniek hadden een christelijke grondslag en de Universiteit van Amsterdam en Paviljoen 111 van het Wilhelmina Gasthuis waren gemeentelijke instellingen geregeerd door de Amsterdamse gemeentepolitiek. In al zijn functies heeft Van der Horst zich ingezet voor de ontwikkeling van de psychiatrie. Hij was ervan overtuigd dat het in de psychiatrie moest gaan om de mens als persoon en niet om zijn ziekte. Uitgaande van de bijzondere psychische verschijnselen van de mens probeerde hij door te dringen tot het wezen van een persoon. De psychiater moest volgens Van der Horst recht doen aan de mens als geheel en was daarom volgens hem niet alleen een medicus, maar ook biograaf, psycholoog en zielenherder. Peter Hellema (1953) studeerde organisatiepsychologie en promoveerde in de economische geschiedenis. Hij was ruim dertig jaar actief als organisatieadviseur en verzorgde diverse publicaties op zijn vakgebied.