Fragment
Gedeelte van een gedicht:
Dementie.
De laatste jaren begon ze steeds meer te vergeten.
Ik hoopte dat ze vergat dood te gaan.
Nooit vergat ze te vertellen hoe goed haar kinderen waren,
Al was ze wel vergeten wie ik was.
Ik heb haar iets te vaak vergeten.
Fragment van een kort verhaal:
Aan de andere kant van mijn kleinzoon ging een stel zitten waarvan de man een hond aan de lijn hield. Normaal heb ik daar geen erg in als ik zo de eigenaardigheden van boven en onderop van viermaandsbaby’s in een modern wandelwagentje met een ijs etende vader met spiegelende zonnebril boven water probeer te krijgen. Deze hondenbaas scheen echter nogal onzeker te zijn en was van het type ‘mijn-hond-mag-los-maar-niet-echt-los-anders-loopt-hij-weg’. Met zijn rechterhand at hij ijs en zijn linkerhand bevatte een katrol die hij liet vieren. Dus liep de hond vrolijk onder mijn kleinzoon door, voelde onmiddellijk aan dat ik geen hondenman ben en vervolgde zijn weg achter de wandelwagen langs. Daar plaste hij tegen het trendy plastic wieltje met voetrem. Ik was de enige die het waarnam, maar ik zei niets. Vadertje zonnebril praat, hondenbaas eet ijs, kleinzoon eet ijs en wie ben ik om die vrede te verstoren? Dan is klaarblijkelijk de riem in de katrol op. Want toen de hond verder liep trok hij aan de hand met katrol en keek de man op. Ik durfde er héél wat op in te zetten dat hij in één oogopslag zag dat die hond tegen dat wieltje had geplast. Ferm riep hij dan ook: ‘Kom hier!’ De hond gehoorzaamde ogenblikkelijk en nam de kortste weg naar zijn baas. Wist hij veel van hondenlijnen en wandelwagentjes. Het wagentje trok hij resoluut tegen mij aan en ik voelde me als een gevangen kalf in een cowboyfilm, vastgesnoerd.
×