Samenvatting
Ze kunnen niet meer spellen! is een veelgehoorde uitspraak van docenten wanneer ze opdrachten of toetsen van leerlingen onder ogen krijgen. De docent Nederlands krijgt dan regelmatig het verwijt dat leerlingen spelling bij het vak Nederlands onvoldoende aangeleerd krijgen. Ook hoor je dat de spellingregels vaak veranderen en dat het Nederlands zo lastig is. Maar zijn die spellingregels inderdaad zo moeilijk? En hoe kun je effectief spellingonderwijs geven aan leerlingen in het voortgezet onderwijs of middelbaar beroepsonderwijs? Deze vragen worden beantwoord in het boek Spelling en didactiek. De auteurs geven een heldere uitleg van de belangrijkste spellingregels en gebruiken de recentste inzichten uit theorie en praktijk om deugdelijke adviezen te geven voor de onderwijspraktijk. Ieder spellingonderdeel – werkwoordspelling, interpunctie, meervoudsvormen en verkleinwoorden, samenstellingen en afleidingen, en hoofdletters – wordt in twee delen behandeld. Eerst worden de belangrijkste spellingregels uitgelegd. Dan volgt de didactische vertaling ervan naar de praktijk voor het voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs. Het startpunt is de praktijk: hoe spellen leerlingen? Het laatste hoofdstuk besteedt expliciet aandacht aan effectief spellingonderwijs voor leerlingen met spellingproblemen. Op www.vangorcumstudie.nl is oefenmateriaal te vinden. Het boek Spelling en didactiek is vooral bedoeld voor studenten aan de lerarenopleiding, maar ook voor alle andere docenten en studenten die zich verder willen verdiepen in spelling en spellingonderwijs. Dit boek helpt bij het vergroten van de taalvaardigheid en het taalbewustzijn. Bovendien biedt het bruikbare didactische handreikingen om betekenisvolle spellinglessen te geven. Over de auteurs Dr. Esther Hanssen werkt als lerarenopleider Nederlands aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. Dr. Robert Chamalaun werkt als docent Nederlands in het voortgezet onderwijs.