Samenvatting
Dit boek gaat onder meer over de zevenjarige Bryan, die seksueel misbruikt is door zijn vader. Over de negenjarige Oumou die met haar familie het oorlogsgeweld in een Afrikaans land ontvlucht en daarbij haar moeder verliest en over de zesjarige Thomas die een pijnlijke chemokuur heeft moeten doorstaan.
Bryan, Oumou en Thomas hebben het vertrouwen in anderen en in zichzelf verloren. Hun levensplezier, optimisme, nieuwsgierigheid en veerkracht zijn verdwenen. Het zijn drie met 'stomheid geslagen' kinderen die niet kunnen praten over wat hen is overkomen, omdat ze te jong zijn, een verstandelijke beperking hebben, (te) loyaal zijn aan hun ouders of omdat hetgeen ze overkomen is gewoonweg te overweldigend is. Wat ze alle drie wél kunnen is spelen. In hun spelverhalen komen verraad en onbegrip tot uiting, maar ook woede, verdriet, angst en machteloosheid. Psychotherapie met behulp van spel biedt een mogelijkheid deze kinderen te helpen. Spel is hun taal. En als er taal is, kan er gecommuniceerd worden en is hulp mogelijk.
Spel in psychotherapie gaat in op de betekenissen van de spelsymboliek: hoe is spel te doorgronden en te begrijpen? Op speltechnieken: hoe doe je het? Op behandelkaders: hoe kan er samengewerkt worden met ouders? Al deze aspecten worden in vele diagnostische en therapeutische voorbeelden toegelicht. Bovendien komt de wetenschappelijke fundering aan bod: de speltheorie en het onderzoek naar de effectiviteit van spelpsychotherapie.
De uitgave is primair geschreven voor kinderpsychotherapeuten, kinderpsychiaters, klinisch psychologen, Gz-psychologen en vaktherapeuten; voor hen is het een handboek. Ook zij die betrokken zijn bij de zorg voor het welzijn van kinderen binnen de GGz, de jeugdhulpverlening en het onderwijs - behandelverantwoordelijken, orthopedagogen, leerkrachten en beleidsmakers - zullen in dit boek veel van hun gading vinden.