Samenvatting
De eerste monografie gewijd aan de beeldende kunst van de Belgische cultdichteres en -schrijfster Sophie Podolski (1953-1974) bevat originele essays, onuitgegeven tekeningen en teksten en een keuze van vertalingen van haar handgeschreven, geïllustreerde manuscript The Country Where Everything Is Permitted (1972). De auteurs verkennen elk de specifieke iconografieën die zich kristalliseren in het opmerkelijke grafische oeuvre van Podolski en plaatsen haar hoogst persoonlijke taal en ongeremde stijl tegen de achtergrond van de tegencultuur van de late jaren 1960 en de vroege jaren 1970. Dit boek is de neerslag van nieuw onderzoek verricht met het oog op solotentoonstellingen in WIELS (Brussel) en Villa Vassilieff (Parijs) en richt de schijnwerper opnieuw op de vergeten kunst van Podolski.