Samenvatting
In 1555 werd in Lyon Œuvres, het enige boek van de Franse dichteres Louise Labé (circa 1524-1566), gepubliceerd. Omdat zij om haar schoonheid geroemd werd en getrouwd was met een rijke touwslager, was haar bijnaam la belle cordière (de mooie touwslagersvrouw). Ze maakte deel uit van een groep Lyonese dichters, waaraan ook dichters als Maurice Scève en Pernette du Guillet verbonden waren. In Œuvres waren, naast een aantal prozagedichten en andere poëzie, de vierentwintig liefdessonnetten opgenomen die deze eigenzinnige 'belle rebelle' tot de beroemdste vrouwelijke auteur uit de Franse renaissance hebben gemaakt. De sonnetten, waarin een gepassioneerde liefde het thema is, vormen een soort liedboek, een 'canzoniere', waarin mythologische motieven een belangrijke rol spelen. In deze tweetalige editie zijn de vertalingen van Piet Thomas, die ook een nawoord schreef waarin hij over het leven van Labé vertelt en elk sonnet van een verhelderend commentaar voorziet. Rilke en Boutens hebben de sonnetten vertaald en Nijhoff noemde haar in een bespreking van de gedichten 'een verrukkelijke dichteres'.