Samenvatting
Dit boek is een inleiding tot de esoterische leringen van het soefisme, een mystieke stroming binnen de islam. Het behandelt naast de wereld- en mensbeschouwing van het soefisme, tevens het godsbeeld, de deugdenleer, de spirituele ontwikkelingsweg en, als hoogtepunt, de vereniging van God en mens in de contemplatie zoals die wordt beschreven door de grote meester Ibn Arabi. Hoewel de band tussen soefisme en islam niet ontkend wordt, ligt het accent van deze inleiding toch op het universele karakter van de leringen. De auteur wil namelijk 'diegenen helpen die in deze moderne wereld inzicht in de tijdloze en universele waarheden proberen te krijgen, de waarheden waarvan elke heilige leer een weergave is.' Dit boek biedt daarom niet alleen welkome verdieping voor mensen die in het soefisme geïnteresseerd zijn, maar ook voor volgelingen van andere spirituele tradities. De auteur is overtuigd van 'de innerlijke eenheid der religies' (F. Schuon) en het voorliggende boek is een sterk argument voor deze opvatting, omdat vertegenwoordigers van diverse richtingen zich in de genoemde waarheden zullen herkennen. Binnen het soefisme zijn er richtingen die meer de nadruk op het gevoel en de liefde leggen en andere die meer bewustzijnsontwikkeling benadrukken, maar beide hebben als fundament de hier met veel gevoel voor nuance uiteengezette leringen.