Samenvatting
De Nederlandse samenleving maakt een periode van ingrijpende verandering door. Althans zo lijkt het. Het omroepbestel moet op de schop, de oordelen van rechters worden in twijfel getrokken, de burger ervaart een diepe kloof met de politiek, de kranten weten zich niet meer van hun voortbestaan verzekerd en de kerken zijn leeggelopen. De uitgave Sociale kaart van Nederland plaatst deze maatschappelijke ontwikkelingen in perspectief. Hoe is daarbij de relatie tussen private en publieke partijen? Welke functies vervullen organisaties, zoals de woningbouwverenigingen in de probleemwijken? Wat gebeurt er als deze organisaties met marktwerking te maken krijgen? Hebben ze eigenlijk nog wel draagvlak? Welke instituties reguleren het gedrag van individuen? Per hoofdstuk staat een maatschappelijk veld centraal: het recht, de politiek, religie, de economie, arbeid en sociale zekerheid, onderwijs, zorg, wonen en welzijn, intieme relaties, het milieu, media, kunst en sport. De auteurs beschrijven de status quo en analyseren de belangrijkste historische ontwikkelingen. In deze nieuw editie is daarbij volop aandacht voor de dynamische context waarin instituties en organisaties opkomen, standhouden, zich aanpassen of verdwijnen om plaats te maken voor nieuwe. Dit boek laat zich lezen als een cursus maatschappijleer voor gevorderden. Gaandeweg ontvouwt zich de sociale kaart van Nederland. Er blijken opvallende overeenkomsten te ontdekken tussen uiteenlopende terreinen als onderwijs, wonen en de media. Ook wordt duidelijk dat wat in het ene veld gebeurt, zoals secularisering in het religieuze veld, repercussies heeft voor andere velden, zoals de woningcorporaties op het terrein van wonen. Daarnaast zijn er macro-sociologische processen zoals individualisering en internationalisering die invloed hebben op tal van maatschappelijke terreinen. De redacteuren werken alle vier aan de Universiteit van Amsterdam en zijn betrokken bij de opleiding Sociologie. De auteurs van de hoofdstukken zijn verbonden aan diverse universiteiten en andere organisaties en gelden als dé experts op hun terrein.