Samenvatting
Kinderen in Nederland brengen vanaf hun vierde tot en met ongeveer hun twaalfde een groot deel van hun tijd door op de basisschool. Daar zitten ze in een klas samen met een groep andere kinderen en voor velen is dit acht jaar lang dezelfde groep. Een groot deel van de sociaal-emotionele ontwikkeling vindt dus plaats in deze setting. In dit boek behandelt Francine Jellesma alle aspecten van deze ontwikkeling: relaties met leeftijdsgenoten, de band en interacties met de leerkracht, de emotionele ontwikkeling en de sociaal-emotionele problemen in de klas inclusief de bijbehorende doelen en interventies. Ze gaat specifiek in op faalangst, schoolweigering, pesten, motivatie en betrokkenheid. Ook de grote ontwikkelingspsychologische theorieën komen aan bod, evenals de pedagogische theorieën over onderwijs en hoe je deze terugziet in de manier waarop het onderwijs is vormgegeven. Daarnaast legt Jellesma uitgebreid uit welke doelen scholen op sociaal-emotioneel gebied moeten behalen. Francine Jellesma doceerde deze thema’s jarenlang aan de Universiteit van Amsterdam. Ze werkte veel samen met basisscholen, deed onderzoek naar sociaal-emotionele thema’s en werkte met kinderen in de schoolsetting. Door de praktische voorbeelden heeft ze in dit boek een goede balans gevonden tussen de abstracte wetenschap en de praktijk. Sociaal-emotioneel functioneren van kinderen op de basisschool is daarom een echte aanrader voor professionals in opleiding (tot leerkracht, pedagoog, ouder-kindcoach, psycholoog, logopedist), en ook voor professionals in het veld die hun kennis willen bijspijkeren.
Kinderen in Nederland brengen vanaf hun vierde tot en met ongeveer hun twaalfde een groot deel van hun tijd door op de basisschool. Daar zitten ze in een klas samen met een groep andere kinderen en voor velen is dit acht jaar lang dezelfde groep. Een groot deel van de sociaal-emotionele ontwikkeling vindt dus plaats in deze setting. In dit boek behandelt Francine Jellesma alle aspecten van deze ontwikkeling: relaties met leeftijdsgenoten, de band en interacties met de leerkracht, de emotionele ontwikkeling en de sociaal-emotionele problemen in de klas inclusief de bijbehorende doelen en interventies. Ze gaat specifiek in op faalangst, schoolweigering, pesten, motivatie en betrokkenheid. Ook de grote ontwikkelingspsychologische theorieën komen aan bod, evenals de pedagogische theorieën over onderwijs en hoe je deze terugziet in de manier waarop het onderwijs is vormgegeven. Daarnaast legt Jellesma uitgebreid uit welke doelen scholen op sociaal-emotioneel gebied moeten behalen. Francine Jellesma doceerde deze thema’s jarenlang aan de Universiteit van Amsterdam. Ze werkte veel samen met basisscholen, deed onderzoek naar sociaal-emotionele thema’s en werkte met kinderen in de schoolsetting. Door de concrete voorbeelden heeft ze in dit boek een goede balans gevonden tussen de abstracte wetenschap en de concrete praktijk. Sociaal-emotioneel functioneren van kinderen op de basisschool is daarom een echte aanrader voor professionals in opleiding (tot leerkracht, pedagoog, ouder-kindcoach, psycholoog, logopedist), en ook voor professionals in het veld die hun kennis willen bijspijkeren.