Samenvatting
'Er zijn levensgeschiedenissen, die zich uiterst moeielijk laten schrijven. Vooreerst, dewijl ze zoo aandoenlijk zijn, dat men er zich niet mee kan inlaten, of men moet het uitsnikken van ontroering; en dan, omdat ze bijna geheel in den nacht der vergetelheid begraven liggen. - Van al zulke levensgeschiedenissen is die van Piet Paaltjens de onbeschrijfelijkste. Men weet haast niets van hem, en wat men nog van hem weet, dat is hartverscheurend. Wanneer is hij geboren en waar? Wie droeg hem onder haar hart en wie gaf hem als vader aan bij den burgerlijken stand? Bij wien lag hij school en in wat jaar deed hij staatsexamen? - Op al die vragen kreeg nooit iemand een antwoord. Het schijnt, dat de stukken, met behulp waarvan men den sluier van Paaltjens' jeugd had kunnen opheffen, verloren zijn geraakt. Eenigen willen, dat ze opzettelijk verdonkeremaand werden. Het is niet onmogelijk. Wij beleven een zonderlingen tijd.' Met bovenstaande woorden introduceerde François HaverSchmidt (1835-1894) zijn alter ego Piet Paaltjens. Onder dit pseudoniem schreef hij in zijn studententijd gedichten die hij in 1867 bundelde in 'Snikken en grimlachjes'. De bundel oogstte meteen veel succes en Piet Paaltjens heeft nog steeds vele bewonderaars. De gedichten die veelal gaan over liefde en vriendschap zijn humoristisch en ironisch van toon, en zeer geschikt om nog steeds te worden gelezen.