Samenvatting
De schrijfster is vanaf geboorte slechthorend en werd steeds dover. Na 60 jaar werd bij haar een Cochleair Implantaat geplaatst waardoor ze 40% beter hoort. Ze beschrijft het onbegrip met betrekking tot de handicap en geeft adviezen voor verbetering. In het boek staat ook informatie over de dovenschool van Guyot, waar de schrijfster naar toe ging als kind en het instituut dat daaruit voortgekomen is, Kentalis. Voor doven was al in de 19e eeuw belangstelling en werden er maatregelen genomen om deze mensen niet buiten de samenleving te plaatsen. Toch blijven doofheid en slechthorendheid nare beperkingen in de communicatie opleveren en ontstaat er telkens veel onbegrip. Dit boekje breekt een lans voor het open houden van de communicatie over en weer. Met een voorwoord van Anne van der Meiden, oud-hoogleraar massacommunicatie. De opbrengst van het boekje gaat naar St. John's school of the deaf, een dovenschool in Gambia waar Jacqueline al enige malen is geweest om te helpen met schoolmateriaal.