Samenvatting
In het beeldende kunst-werk van Louis van Gasteren, dat bijna een halve eeuw omvat, is een volstrekt authentieke lijn te bespeuren. Van de geknoopte breinaald in 1947 tot de grote waterprojecten in de jaren tachtig en negentig, ze dragen het onmiskenbare stempel van een onderzoeker naar beweging, materie en de menselijke soort. Bovenal lopen de werken vooruit op, of becommentariƫren ze de tijd waarin ze zijn gemaakt - waarmee dit oeuvre naadloos aansluit bij het cinematografische oeuvre van de maker. Waar moeten we dit werk plaatsen? Terwijl Van Gasteren zich in de tweede helft van de jaren veertig omringde met de leden en geestverwanten van de in 1948 opgerichte Cobragroep, maakte hij objecten die meer verwantschap vertoonden met het surrealisme, en de kinetische kunst van bijvoorbeeld Tinguely. Het uitvergroten van alledaagse voorwerpen door Marcel Duchamp vond bij Van Gasteren een vervolg: hij ontwierp voorwerpen (een wc-pot, een kraaienpoot) in een reusachtig formaat, bedoeld voor een vervreemdende, stedelijke of landschappelijke context. Wim T. Schippers deed dat later (een stoel), evenals Claes Oldenburg (een troffel). Van Gasteren kan als een jeugdig buitenlid worden beschouwd van Fluxus zowel als van Pop-art, waartoe deze kunstenaars respectievelijk behoorden. In zijn monumentaal-educatieve werken ondergaat de kijker zowel een architectonische ervaring als een speelse les. Louis van Gasteren werd vooral bekend als filmmaker. Signaal, dat ter gelegenheid van zijn negentigste verjaardag verscheen, is de eerste publicatie over zijn beeldende kunst.