Samenvatting
Seakle de Vries vertrek op 11 november 1937 voor werk bij de Bataafse Petroleum Maatschappij (BPM) naar Nederlands-Oost-Indië. In een brief aan zijn zusje Siet (toen 20 jaar) vraagt hij om te schrijven over wat zij als jonge herbergiersdochter meemaakt tijdens de oorlogsjaren in Pingjum, een dorpje in Friesland. Seakle en zijn vrouw Brandie maken op hun beurt aantekeningen in Indië. Regelmatig vraagt Siet zich in haar dagelijkse notities af hoe het met Seakle gaat. In dit boek zijn passages uit de brieven van Seakle en zijn vrouw opgenomen. Seakle, Brandie, Siet, en ook broer Sipke hebben het van groot belang gevonden om te schrijven over het leven. Te schrijven om gebeurtenissen door te vertellen. Ook Nynke Sietske de Vries, de dochter van Siet, vindt het belangrijk en zij heeft de schriftjes van haar moeder al die jaren zorgvuldig bewaard.
In dit boek heeft zij de aantekeningen van haar moeder gerangschikt naar een aantal thema's en gecombineerd met de brieven van Seakle en Brandie. Zodoende ontstaat een beeld over die periode waarin de oorlog in alles voelbaar is en waar het gaat over goed en fout, maar ook over het gewone leven, het vermaak en het bezig zijn met de toekomst. Het boek is ruim geïllustreerd met foto's.
Sesi geeft een fraai tijdsbeeld van het leven op het (Friese) platteland ten tijde van de Tweede Wereldoorlog.