Samenvatting
Vanaf 2016 tot 2017 bezoekt Annelie David elke maand het verlaten bos op het voormalige munitieterrein in Zaandam, dat ooit bedoeld was om eventuele schokgolven op te vangen die werden veroorzaakt door explosies. Verval en groei gaan er hand in hand. Van de munitiemagazijnen, depots en beproevingsgebouwen in het bos staan alleen nog maar ruïnes overeind. Maar ondergang is ook de belofte van het nieuwe. Planten duiken op die uitgestorven werden gewaand. Uit aangewaaide zaden groeit een jong bos. Er is een vogelparadijs ontstaan. De krachten van vergankelijkheid en leven zijn onafscheidelijk. Daarover gaan de gedichten van Annelie David in Schokbos.
‘Heel waardevol aan de bundel, die ik tot het genre van de ‘lange gedichten’ reken, is hoe een in wezen romantisch en klassiek thema – de vlucht in de natuur, de ‘Waldeinsamkeit’ – zonder effectbejag en nieuwlichterij op een hedendaagse manier wordt benaderd. Tussen het precieze benoemen en wat Paul van Ostaijen noemde ‘het vervuld-zijn-door-het-onzegbare’.’ - Erik De Smedt, criticus, vertaler, essayist
Annelie David (1959, Keulen) is danseres, choreografe en dichteres. Sinds 1982 woont ze in Amsterdam. Vanaf 1989 tot 2002 was ze onafhankelijk choreografe. In 2004 won ze de Dunya Poëzie Prijs. Sinds 2006 verschijnen regelmatig publicaties in literaire tijdschriften zoals Passionate Magazine, Deus Ex Machina, Tirade en De Revisor. Ze debuteerde in 2013 met de bundel Machandel. Ze vertaalde op de koude helling van de Duitse auteur Esther Kinsky (2016, Poëziecentrum Gent) en samen met Lucas Hüsgen poëzie van Friederike Mayröcker.