Samenvatting
Het pad naar artistieke roem lijkt te zijn geplaveid met schandalen. Veronese wist maar ternauwernood te ontsnappen aan de klauwen van de inquisitie, Rembrandt schoffeerde zijn klanten en Andy Warhol schilderde soepblikken, omdat hij daar zin in had. Wim T. Schippers zorgde ervoor dat er in Museum Boijmans van Beuningen een penetrante pindakaasgeur hing, Banksy haalde een van zijn duurste werken door de papierversnipperaar en Maurizio Cattelan plakte met ducttape een banaan op de muur van Art Basel. Schandalen en provocaties komen de naam van een kunstenaar vaak ten goede. Dat is opmerkelijk, want buiten de kunsten wordt niets zo gevreesd als een schandaal. Deze breken reputaties. Maar de kunstenaar die een kruitvat doet ontvlammen, blijkt na het optrekken van de rook een beroemdheid te zijn. Daarmee is niet gezegd dat iedere opzienbarende actie door een kunstenaar voor ophef zorgt. Wat wel of niet leidt tot een schandaal, zegt iets over de tijd waarin het zich afspeelt. Ieder tijdperk krijgt de rel die het verdient. Dit boek laat de kunstgeschiedenis van zijn meest lichtvoetige kant zien en valt te lezen als een pleidooi voor het behoud van de bijzondere positie van kunst binnen onze samenleving.