Samenvatting
Schadevergoeding is van groot praktisch belang. In een belangrijk deel van de procedures in het civiel recht wordt schadevergoeding gevorderd. De problemen die hierbij rijzen hebben niet alleen te maken met de vraag of er schadevergoeding is verschuldigd, maar ook met de vraag: hoeveel? Die laatste vraag is waar schadebegroting over gaat. In de praktijk blijkt dit vaak lastig, wat deels wordt veroorzaakt door onduidelijkheid over hoe het systeem van schadebegroting werkt. In deze monografie wordt een nieuwe benadering van schadebegroting gekozen die in overeenstemming is met de jurisprudentie en literatuur, maar waarbij de nadruk ligt op de achtereenvolgens te doorlopen stappen. Door schadebegroting in de vorm van een stappenplan te presenteren wordt de relatie tussen verschillende regels voor schadebegroting duidelijker dan gewoonlijk, en is het gemakkelijker om misverstanden en vergissingen te vermijden. Op basis van dit systeem van schadebegroting worden vervolgens de bekende leerstukken en onderwerpen bij schadebegroting behandeld. Eerst worden de verschillende technieken voor de waardering van het geleden nadeel behandeld. Hieronder vallen bijvoorbeeld winstafdracht en de leer van verlies van een kans, maar ook abstracte schadebegroting en toekomstige schade. Daarna worden de uiteenlopende indelingen van schade gepresenteerd. Zo staat bijvoorbeeld de wettelijke indeling tegenover de bekende driedeling zaakschade, personenschade en zuivere vermogensschade. In twee hoofdstukken worden dan aan de hand van het wettelijk stelsel de regels van specifieke soorten schade behandeld. Eerst komen de verschillende vormen van materiƫle schade (vermogensschade) aan bod, daarna wordt immateriƫle schade (smartengeld) besproken. In een afzonderlijk hoofdstuk wordt aandacht besteed aan correcties op de omvang van de schade, in het bijzonder voordeelstoerekening. Tot slot wordt kort ingegaan op enkele processuele aspecten, met name de vraag naar de toepasselijkheid van het bewijsrecht op schadebegroting.