Fragment
Uit: ‘De Spermadonor’
Scene 17
Locatie Almere huis, achtertuin Fred, Middag en Avond.
We zien Fred aanvankelijk te midden van een tiental vrouwen met hun kinderen. Hij geeft zojuist een trotse Liesje de hand, met aan haar andere hand een blozend Hollands jongetje in boerenkiel. We zien ook de zwaar opgedofte Annewil en Wendela terug met een nogal macho jongetje tussen hen in. Ze bespreken de diverse gasten op de hun eigen wijze.
Er blijven nog steeds meer moeders met hun kinderen door het hekje de tuin in komen. Het wordt zelfs berstens druk. Er zijn ook een aantal allochtone moeders bij. Dan zien we Leila met een mooie man en haar kind. Zij overlegt even met Fred: haar boyfriend Ray wil een ‘groepspicture’ maken. Zij loopt rond en groepeert iedereen om Fred, die als aartsvader (hij heeft tegenwoordig een baardje) op een stoel in het midden zit, omringd door talloze kinderen en hun moeders. Naast Fred zit Heidi, zij houdt zijn hand stevig vast..
Het duurt even voordat iedereen op de juiste plek gedirigeerd is, maar dan is het zover. Leila geeft een teken en haar boyfriend drukt af. Dan vraagt zij iedereen te blijven staan en begint zij te tellen. Er zijn in totaal 48 wensmoeders met hun kinderen aanwezig en er bevinden zich in de groep ook nog 9 vrouwen die zwanger zijn, dankzij Freds blijkbaar immer vruchtbare zaad ..
Deze kan zijn geluk niet op, hij schudt iedereen de hand, kust de kinderen, die soms als druiventrossen aan zijn sterke armen hangen. Er speelt een orkestje.
De beste manier om deze scene te verwezenlijken is een groepsimprovisatie, die als een reportage met een hand-hold camera vastgelegd wordt. De medewerkenden, zowel de moeders als de kinderen, dienen zich goed in te leven, in die zin dat zij allemaal familie van elkaar zijn, dus er worden bv adressen uitgewisseld, vriendschappen worden aangeknoopt, er wordt gehuild en gelachen. Later wordt er tot in de kleine uurtjes gefeest, gedanst. Het feest eindigt met de polonaise en er wordt luidkeels het ‘lang zal ze leven’ gezongen voor Fred.
Uit: Dood doet leven:
Scene 26
Teddie komt binnen. Zeer bleek, na een uitputtende nacht. Janna en hij staren elkaar lang aan. Hij schuift bij aan het tafeltje van Janna en Mohand.
Teddie: Ik weet niet of ik nog wel verder wil, Janna.
Janna: Probeer het, Teddie. Ik wil je genezen.
Teddie: Vanochtend herinnerde ik me een van de laatste dagen in Dachau, vlak voordat het kamp bevrijd werd. We stonden die dag
al heel lang op de Appèlplaats, minstens vier uur. We hadden het kamp zo kunnen verlaten, want de wachttorens waren
onbemand. Fysiek waren er een aantal van ons nog steeds daartoe in staat. Maar feit is dat n i e m a n d van ons dat deed,
omdat de bewakers diep in ons binnenste zaten. Zo sterk dat we echte slaven waren geworden. Kun je je voorstellen hoe
beangstigend die vrijheid plotseling was? Zo weinig was er nog van ons over.
Janna: Eet wat, Ted.
Mohand:De vijand is buiten, maar ook binnen.
×