Fragment
Thuiskomst
Toeval bestaat niet, hoor ik mensen weleens zeggen. Of het waar is weet ik niet. Wel weet ik dat het aan onnozelheid van vrouwtje te danken is, dat ik bij haar in huis ben komen wonen. Niet dat het dom was om voor mij te kiezen; nee, dat is de beste beslissing die ze ooit genomen heeft. Vrouwtje en ik zijn een match made in heaven. Wel is de actie die ze ondernam dom of op zijn minst impulsief te noemen, hoewel ze eigenlijk best wel slim is. En wie weet is haar impulsieve actie dan weer helemaal geen toeval geweest.
Vrouwtje heeft, voordat ze mij in huis nam, een boek gekocht: het puppyboek. Tot dusver nog verstandig. Ze ging het boek echter pas lezen toen ik er al was. Het eerste hoofdstuk was getiteld: 'waar u op moet letten voordat u een puppy aanschaft'. Als je dat gaat lezen nadat je het al gedaan hebt – de aanschaf, bedoel ik – ben je naar mijn bescheiden mening rijkelijk laat. Nu heb ik overigens in dit verband een hekel aan het woord 'aanschaffen'. Alsof ik handelswaar ben. Vergelijk het maar met de uitspraak 'kinderen nemen', waar vrouwtje zo'n hekel aan heeft. Kinderen neem je niet. En honden schaf je niet aan. Alhoewel... nou ja, eigenlijk wel, maar ik vind het nogal zakelijk klinken. Het puppyboek is dan ook het eerste boek dat ik heb verscheurd.
In het eerste hoofdstuk van het puppyboek werd beschreven waaraan je goede en slechte fokkers herkent. In mijn tijd vond je fokkers en hun hondjes via advertenties in de krant en even googelen was er voor de meeste mensen nog niet bij. Misschien zegt dat iets over mijn leeftijd, maar ik geef er de voorkeur aan te zeggen dat de ontwikkelingen snel zijn gegaan. Wat er onder andere in het boek stond, was dat een goede fokker wil weten dat zijn honden een goed tehuis krijgen en hij zal daarom vragen stellen en belangstelling tonen. Het kon die van mij blijkbaar geen barst schelen want hij vroeg nergens naar. En, zo leerde vrouwtje pas toen ik al veilig in haar handen was, dat was geen pre voor meneer de fokker. Overigens had ze toch al te veel medelijden met de honden die bij hem verbleven, zodat ik tijdens haar zoektocht naar een metgezel hard moest werken om mijn positie veilig te stellen. Er was bijvoorbeeld een volwassen hond en ze vreesde dat hij misschien niet zo snel een nieuw thuis zou krijgen; iedereen kwam tenslotte voor een puppy. Ze zou hem bijna hebben meegenomen. Ik heb haar snel een hypnotiserende blik toegeworpen en zodra ik haar volledige aandacht had veranderde ik mijn oogopslag subtiel in een combinatie van lief, ondeugend en karaktervol. Het was duidelijk dat ik haar meteen had ingepakt en dat ze voor mij zou kiezen stond vanaf dat moment vast. Natuurlijk vond ze het ook weer zielig voor mijn zusje dat alleen achterbleef. Ach, het liefst had ze ons allemaal meegenomen, maar dat kon ze niet doen. En zo zijn vrouwtje en ik bij elkaar gekomen, al meer dan 14 jaar geleden.
Vlak voor vertrek uit de omgeving waar ik de eerste acht weken van mijn leven heb doorgebracht maakte ik kennis met een aantal familieleden: zus en neefje. Neefje was een klein druk mannetje; hem moest ik een beetje in de gaten houden. Maar voor het moment maakte ik me geen zorgen, want hij werd in een kinderstoeltje achterin de auto gedeponeerd en kon geen kant meer op, dus hoefde ik niet op hem te letten. Zus reed en vrouwtje zat ernaast met mij op schoot. Ik was zenuwachtig en beet in haar hand. Dat vond ze niet zo prettig, want ik had erg scherpe tandjes, maar ik kon er niets aan doen. Ze noemde me Sammy. Ik vond het best. We reden een stuk en stopten toen. Zouden we nu op onze bestemming zijn? Nee, zus en neefje bleven met mij in de auto terwijl vrouwtje een winkel binnenliep. Even later kwam ze met haar handen vol spullen weer naar buiten. Een mandje, een kussentje, een bakje, een zak voer en nog wat andere spulletjes. Het voer rook erg lekker en ik hoopte er straks wat van te krijgen. Ik stak mijn neus in de lucht en probeerde de heerlijke geur zo goed mogelijk op te snuiven. We gingen weer een stukje rijden en toen was het moment daar: we waren thuis! Zus en neefje namen afscheid en wij gingen naar binnen. Al snuffelend verkende ik de laminaatvloer. Wat een ruimte! Ik kwam uit bij de achterdeur die inmiddels openstond en liep naar buiten. De sneeuw die in de tuin lag was nog helemaal vers en onbelopen. Het knisperde aan mijn pootjes en dat was lekker. Nog lekkerder waren de stukjes brood die ik al snel vond en opat. Vrouwtje sprak me bestraffend toe dat het brood niet voor mij was, maar voor de vogeltjes. Aan haar stem hoorde ik dat ze het helemaal niet zo erg vond en misschien zelfs wel grappig.
Toen ik mijn verkenningstocht binnen voortzette vond ik een knuffel. Het was een zeehond. Deze was mooi en zacht en paste lekker in mijn bekkie. Ik legde hem in het mandje neer dat inmiddels voor mij klaarstond. Ook vond ik een schoen die naar vrouwtje rook en die legde ik ook in mijn mand. De mand was groot genoeg; ik was tenslotte nog erg klein. Een verzameling van fijne spulletjes kon er makkelijk bij. Op een gegeven moment ging vrouwtje op de bank liggen. Later zou ik er nog achter komen dat zij een chronische ziekte had en dat ze daarom erg veel moest slapen. Ik vond het prima, maar ik wilde er wel bij zijn. De bank was echter veel te hoog voor me. Ik probeerde erop te komen, maar dat lukte natuurlijk niet. Ik krabbelde tegen de bank en begon te piepen. Vrouwtje pretendeerde te slapen, maar dat deed ze duidelijk niet, of het moest zo zijn dat ze een erg grappige droom had. 'Kom maar dan', zei ze op lieve toon tegen me. Ze pakte me op en legde me bovenop haar neer. Ik vleide me tegen haar aan en zuchtte. Tevreden vielen we beiden in slaap.
Uit het dagboek van Eva
Nooit eerder heb ik zo snel een knoop doorgehakt en uitvoering gegeven aan een idee, althans niet wanneer het om zoiets groots ging. In figuurlijke zin dan, want letterlijk is het nog erg klein. Drie maanden geleden zat ik op de bodem van een diepe put. Inmiddels ben ik een stukje omhoog geklommen en zie ik soms een lichtstraaltje naar binnen schijnen, maar nog altijd ben ik verder verwijderd van de uitgang dan van de bodem. Er zijn mensen die blindelings roepen dat een burn-out slechts een excuus is om even te kunnen spijbelen. Ze hebben werkelijk geen idee.
Altijd al heb ik graag een hond gewild, maar dat leek onmogelijk met een werkweek van 40 tot 45 uur. Nu ik thuiszit is mijn wens plotseling opgeborreld, maar ik zag beren op de weg. Hoe moet het dan straks als ik weer ga werken? Toch heb ik Thalia gevraagd of zij eventueel bereid zou zijn voor mij te zijner tijd 's middags, als ze Joep gaat uitlaten, nog een hond mee te nemen. Dat vond ze geen enkel probleem. En nu heb ik het gewoon gedaan! Niet meer nagedacht over alle tegenargumenten, maar gewoon, zomaar, naar aanleiding van een advertentie in de krant, een pup gehaald! Meteen toen ik hem zag wist ik dat hij het zou worden, want ik was op slag verliefd. En nu zit hij op mijn schoot. Sammy.
×