Samenvatting
Met Het Dwaallicht (1946) zou Willem Elsschot zijn geestelijke of zelfs literaire testament hebben geschreven. In de vele beschouwingen over de novelle wordt steevast gewezen op het symbolische einde van het verhaal, waarin Frans Laarmans en zijn 'drie zwartjes' tot de conclusie moeten komen dat hun zoektocht naar de mysterieuze Maria Van Dam op niets uitloopt: 'Zij is als een beeld dat men in 't water ziet. Als men het grijpen wil is er niets. Of zooals de lichten in het moeras. Men kan ze naloopen, doch men achterhaalt ze niet.' Toch is de zoektocht niet tevergeefs: zij levert het besef op dat het geluk alleen gevonden kan worden in de aanvaarding van het leven zoals het komt. Met dit 'bitterzoete compromis' neemt Laarmans weer plaats achter zijn krant, en neemt Elsschot afscheid van de literatuur.