Samenvatting
De site van Villers is beroemd om haar indrukwekkende, negentiende-eeuwse ruïnes van een middeleeuwse cisterciënzerabdij. Nadat de Franse revolutionaire administratie in 1796 de kloostergemeenschap opheft en de eigendommen als nationaal goed verkoopt, herleidt de nieuwe eigenaar de site tot verkoopbaar bouwmateriaal.De natuur overwoekert de stenen restanten. Los van spijt over wat zo verloren gaat, creëert het verval een omgeving die intrigeert.
De ruïnes figureren in negentiende-eeuwse lithografische platenalbums en geïllustreerde reisgidsen en zijn het onderwerp van romantische literatuur, historische studies, architectuuranalyses en restauratiecampagnes. Educatieve uitgaven voor het brede publiek, postkaarten en eigentijdse fotografie vervolledigen het plaatje.Op een boeiende manier getuigen de uiteenlopende publicaties van de dynamiek waarmee men een landschap en zijn geschiedenis verbeeldt.
Tekst en beeld leiden de blik van de lezer en voeden in grote mate de collectieve omgang met de plek. Ruïnes vormen bij uitstek een site waar mens en natuur op elkaar inspelen en landschap en geschiedenis in elkaar verstrengeld raken. Nu eens uit zich dit in verschillende vormen van romantische verbeelding, dan weer in wetenschappelijk onderzoek.
In de jaren 1890 leidt dat tot concrete restauratiewerkzaamheden en discussies over hoe diepgaand de restauratie (of zelfs reconstructie) mag zijn. Tegelijkertijd kan de exploratie van de ruïnes een intense ervaring zijn van flaneren, ontdekken, mediteren, reflecteren, tekenen, in de verbeelding de abdij heropbouwen... Zoals de bezoekers uiteenlopende profielen hebben, zo gaat ook hun ontmoeting met de site diverse richtingen uit. Ruïnes in een landschap: de abdij van Villers bespreekt de negentiende-eeuwse blik op de ruïnes en illustreert dit met vaak ongekend beeldmateriaal.