Fragment
Hoofdstuk 1
8 weken tot Valentijnsdag | *Chateau Valentine*
ZOALS ELKE VRIJDAGAVOND was het gezellig druk in *Chateau Valentine*, dé trendy wijnbar in het centrum van Atlanta. Door de verlaten straten woei de wind, binnen waren de ramen beslagen en speelde softjazz uit de speakers.
Aan hun vaste tafel zat de Aquariumclub: vijf dertigers die elkaar kenden van ‘The Aquarium’, het glazen verzamelpand om de hoek waar ze ieder een eigen unit huurden—behalve één van hen, maar de rest van de club hoopte vurig dat ook zij er binnenkort haar intrek zou nemen. De reden dat ze het zo goed met elkaar konden vinden lag in hun diversiteit—én in hun liefdesvoorkeuren, zoals Bruno je met een knipoog erbij zou vertellen wanneer hij zijn vrienden aan je zou voorstellen.
Zo was daar Sean Gravilov, de charmante aanstichter van de Aquariumclub: een expressief kunstenaar met Russische wortels, en met zijn krullenbos, ruige baardje en hoekige kop onweerstaanbaar voor vrouwelijk schoon. Zo ook op deze avond. Volstrekt ontspannen zat Sean aan de club’s stamtafel met nog net niet op zijn schoot een meisje—waarschijnlijk een Lente, Bloem of Merel—hoogblond en rondborstig, niet al te intelligent en precies zoals Sean ze het liefste had, zoals de club je enigszins afkeurend zou toevertrouwen.
Dat was ook de reden waarom Alicia Adakai, die naast hem zat, na een paar dates gillend bij hem weggerend was. Dat de Navajo schone eigenlijk op vrouwen viel speelde natuurlijk ook een rol. Sean kon het niet laten om ermee te pochen dat hij haar uit de kast geholpen had, waarop ze hem steevast—vilein en met vlammende ogen—meedeelde dat hij dat inderdaad gedaan had, met zijn middelmatige prestaties tussen de lakens welk tegendeel hij ook beweerde—en dat rustig waar iedereen bijstond. Toch koesterde hij de vriendschap met Alicia als een juweel, waarschijnlijk omdat zij de enige vrouw was die hem vooralsnog aankon. Haar indianenbloed maakte haar strijdlustig en ze stak haar mening dan ook niet onder stoelen of banken—hoewel het verwezenlijken van haar eigen droom nog een dingetje was, hoe de club haar ook aanmoedigde.
Tegenover Sean en Alicia zat Amerika’s gouden koppel: Ralf en Julia Jones. Samen opgegroeid in een keurige witte buitenwijk, jeugdliefjes, allebei tot in de puntje verzorgd en de trotse eigenaren van drukkerij ‘Heart Ink’, liefdesmijlpalen hun specialiteit. Het enige wat nog aan hun geluk ontbrak was een mini Julia of een mini Ralf, het liefst in die volgorde. Uiteraard lag het concept geboortekaartje al klaar en de club wachtte in spanning op hun grote nieuws.
Naast Julia zat de man die de hechte club compleet maakte: Bruno Walker, modebewust en kleurrijk—naar zijn mening was het leven immers té kort om een grijze duif te zijn—en deze avond gekleed in een oranje kasjmieren trui met krijtstreep broek, slim fit en hoog rond de enkels. Een vriendelijke flapuit, tevens weddingplanner, met onhandelbaar haar en warmbloedig vel, met dank aan zijn zwarte vader en witte moeder. Een mooie mix van een man die van mannen hield, altijd al en nooit een geheim. Toch had hij zijn kans op het vinden van de ware opgegeven—hoewel de club er voor hem in bleef geloven—maar hij was al zo vaak teleurgesteld in het leven. Helaas moest hij steeds weer de conclusie trekken, iets wat hij eigenlijk al sinds zijn jeugd wist: de enige op wie je kunt vertrouwen ben jezelf. Gelukkig had hij Alicia, Sean, Julia en Ralf—en Zelda niet te vergeten, maar zijn assistente zag hij alleen tijdens werkuren en dat was meer dan genoeg.
In hun babbelende midden zette een ober twee wijnkoelers met Chardonnay neer, gevolgd door zes glazen en een plank met fraai opgemaakte hapjes.
×