Fragment
GRONINGEN - 30 januari 2004
De rode cijfertjes van de wekker staan op 04.13. Nick gooit zijn dekbed van zich
af. Zachtjes loopt hij naar de kleine witte boekenkast op zijn kamer en pakt het
rode fotoalbum met zijn kinderfoto’s. Als hij in het half donker zijn bed weer in wil
stappen, struikelt hij over een sneaker en bonkt hij tegen de muur aan. Nick schrikt.
Hij wil onder geen voorwaarde de aandacht trekken van zijn moeder die in de
kamer naast hem ligt. Hij hoort haar zachtjes snikken, als ze weet dat hij ook wakker
is zal ze zeker naar hem toe komen. Ze zal hem willen omarmen en samen met hem
willen huilen…
‘Nick?’
Er gaat een deur open en dan klinken er voetstappen in de gang. Nick klikt snel
zijn bedlampje uit en trekt zijn dekbed over zijn hoofd. Zijn moeder komt zijn kamer
binnen en blijft even bij zijn bed staan. Nick hoort haar zuchten. Een paar seconden
later loopt ze weer weg. Zachtjes doet ze de deur van zijn kamer dicht. Nick blijft
in het donker liggen. Hij durft het lampje nog niet aan te doen. Hij voelt zich rot en
slecht en waardeloos. Waarom kan hij niet huilen? Hij hield toch van zijn vader? Is hij
dan zo ongevoelig? Zo hard?
Beelden en gevoelens van de afgelopen dagen komen boven. Zijn moeder die
zich aan hem vastklampte alsof ze in een film speelden. Een kamer vol huilende
mensen die allemaal medelijden met hem hadden. De saucijzenbroodjes waarvan
hij er wel vier had gegeten terwijl niemand een hap door zijn keel kreeg. De
teleurstelling die hij voelde omdat de televisie niet aanging voor de wedstrijd
in de Champions League. Terwijl zijn vader en moeder toch nooit een wedstrijd
oversloegen. De schaamte omdat hij toch stiekem boven op zijn eigen kamer was
gaan kijken. Wie gaat er nou voetballen kijken als zijn vader net dood is?
‘Sorry, pa,’ mompelt Nick, terwijl hij het lampje weer aanknipt en het fotoalbum
pakt. Langzaam bladert hij het album door. Hij hoopt dat hij door de foto’s wat
verdriet kan voelen, kan huilen. Maar dat lukt niet echt. Er zijn veel foto’s van hem
en zijn vader samen. Als baby balancerend op zijn hoofd, als kleuter met hem
voetballend, als iets ouder jochie armpje drukkend… Een ideale vader. Toch?
Waarom voelt hij dan nu geen verdriet? Plotseling springen de tranen hem dan
toch eindelijk in zijn ogen. Maar waarom huilt hij nou eigenlijk? Omdat hij verdrietig
vanwege het feit dat hij niet verdrietig is? Dood en doodmoe voelt Nick zich ineens.
×