Samenvatting
Voor alles is een tijd en plaats. Behalve het verleden. De aan eighties-muziek verslingerde journalist, de sociologe vegeterend in de schaduw van haar man, een uitgebluste regisseur en de gitarist van een marginale popband – zijdelings krijgen zij van doen met een unieke cold case: in een internaat te Wolvenbot zijn begin jaren vijftig opvallend veel kinderen gestorven, wilde geruchten doen al ruim een halve eeuw de ronde. Onder druk van de publieke opinie begint het Openbaar Ministerie in 2012 een onderzoek. Extra hersenwerk voor de hoofdofficier van justitie, zijn communicatieadviseur – beiden al druk de aandacht rond de Nieuwjaarsmoord en de dood van een piloot – en de gepensioneerde rechercheur die hoognodig enige afleiding behoeft. Wat is bewijs? Wat de waarde van herinneringen? En wie heeft er eigenlijk nog tijd voor de waarheid? Niks en niemand lijkt bestand tegen de vergruizende alledaagsheid van het bestaan. Of het moet de dame zijn die het ensemble completeert, de reizende architectuurfan die weet dat alleen routine moordend en die enkel haar eigen ritme volgt.