Samenvatting
Geweld in naam van de islam vormt voor westerse samenlevingen een bedreiging, getuige de aanslagen in New York, Madrid en Londen. In Nederland heeft de moord op Theo van Gogh voor een toenemende aandacht voor radicale Nederlandse moslims gezorgd die zich afzetten tegen de Nederlandse samenleving en specifiek voor de enkelingen die daarin zelfs een gewelddadige koers propageren. Om preventief beleid te kunnen ontwikkelen is het van belang te weten waarom deze jongeren kiezen voor een radicale invulling van de islam, een benadering die de meeste moslims met argusogen bekijken. Deze uitgave geeft antwoord op deze vraag aan de hand van een portret van twaalf salafi-jihadis in Amsterdam. Het onderzoek verbindt op uitzonderlijke wijze een kwantitatieve analyse van radicaliseringsprocessen met veldwerk onder salafi-jihadi jongeren in Amsterdam. Met deze uitgave worden inzichten over deze specifieke groep jongeren breed toegankelijk gemaakt. De auteurs laten zien dat deze jongeren niet handelen vanuit een irrationele, onverklaarbare religieuze drang, maar vanuit behoeften die te maken hebben met hun persoonlijke en maatschappelijke omstandigheden.