Samenvatting
Jan Wagner (1971) bestormde vorig jaar de Duitse bestsellerlijsten. Er was dan ook iets buitengewoons aan de hand: Wagner had met zijn Regentonvariaties als eerste dichter ooit de prestigieuze Preis der Leipziger Buchmesse gewonnen. Dit voorjaar kan ook het Nederlandse publiek kennismaken met Wagners magistrale, rijk gelaagde en toch direct aansprekende poëzie.
Regentonvariaties barst uit zijn voegen van beelden die je anders naar de wereld doen kijken: sleedoornbessen na de eerste vorst, wegstuiterende tennisballen, de Nieuw-Zeelandse wind. Hij laat het zevenblad schuimen zodat het je wit voor de ogen wordt en huivert mee met de kinderen die in een morielje een vieze oude man denken te zien.
Wagner zoomt in, laat overvloeien, associeert, vergroot, zodat je blik ruimer wordt en je het gevoel krijgt even tot het wezen van de dingen te zijn doorgedrongen. Niemand minder dan Nijhoff-prijs-winnaar Ria van Hengel vertaalde deze virtuoze poëzie – op meesterlijke wijze.
‘De beste dichter van zijn generatie, een van de sterkste en origineelste stemmen in de Duitse, hedendaagse literatuur.’ süddeutsche zeitung