Samenvatting
Rechtsbeginselen vormen de basis van onze beschaving. In deze uitgave schetst de auteur een structuur voor rechtvaardig handelen aan de hand van 92 stellingen. Deze structuur biedt een handvat om actuele vraagstukken zoals: Urgenda, Toeslagenaffaire of het recente vaccinatievraagstuk, te plaatsen in het kader van rechtvaardig handelen. Een thema waarbij de overheid een voortrekkersrol zou moeten spelen door het bevorderen van rechtvaardige samenlevingsvormen. Maar doet de overheid dat? En wat is eigenlijk rechtvaardigheid? Deze uitgave zal ervoor zorgen dat u met geheel andere ogen naar de grondbeginselen van het recht gaat kijken en zal u zeker aanzetten tot nadenken daarover.
De ideeën omtrent rechtvaardigheid hebben de internationale rechtsgemeenschap ertoe aangezet een verzameling van rechtsbeginselen vast te stellen, die in dit boek als schema zijn opgenomen. Deze rechtsbeginselen vormen de bakens voor een mondiaal beschavingsoffensief waartoe het recht dwingt en waaraan ook Nederland zich niet zal kunnen onttrekken. Denk hierbij aan Urgenda, de Toeslagenaffaire, maar ook het recente vaccinatievraagstuk. De rechtvaardigheid (Iustitia) wordt gezien als de belangrijkste van de vier ‘kardinale’ deugden. In dit boek wordt in 92 stellingen uitgedrukt wat rechtvaardigheid is en wat vereist is om daarvan te kunnen spreken. Uitgegaan wordt van de klassieke opvatting dat rechtvaardigheid inhoudt dat ieder het zijne krijgt. Maar dat is een vage uitdrukking: wat is het dat ieder moet krijgen? En wie geeft? Een bepalende rol is daarbij weggelegd voor de overheid. Door het geven en nemen te organiseren moet de staat rechtvaardige samenlevingsverhoudingen bevorderen. Om datgene wat ieder zou moeten krijgen of geven te concretiseren, wordt het begrip gemeenschappelijk bestaansniveau gehanteerd: het door de overheid vastgestelde niveau van bestaanszekerheid en -kwaliteit waarvoor alle burgers minimaal in aanmerking komen (rechten). Maar het is ook datgene waaraan ieder naar vermogen dient bij te dragen (plichten). De rechtvaardigheid stelt bovendien eisen aan het door de burgers zelf bepaalde individuele bestaansniveau. Dat mag niet door de één ten koste van de ander worden gerealiseerd. En ook dat is onderwerp van overheidszorg. Deze grondbeginselen doordrenken het recht en dienen – anders dan nu het geval lijkt – de overheid tot leidraad te zijn.